Bloedgeld: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Perspectief

Titel Bloedgeld
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2 | Perspectief
Studielast 2 Uur
Werkvorm Individueel
Focus Perspectief
Je leert het perspectief analyseren en reflecteren op de werking van het perspectief.
Gemaakt door Gea Veenstra

A

Het maakt vaak verschil wie jou een verhaal vertelt. Stel je voor. Een vriend is kwaad op een gezamenlijke vriendin omdat zij geld van hem heeft geleend, maar niet terug heeft betaald. Hij maakt er echt een probleem van en vertelt aan iedereen die het maar horen wil dat jullie vriendin niet te vertrouwen is. Jij begrijpt niet wat er aan de hand is en dus vraag je aan jouw vriendin om uitleg. Volgens haar zit het toch iets anders in elkaar. Zij heeft inderdaad een keer geld van hem geleend, maar ze heeft ook een cadeau voor jou gekocht waarvan hij de helft zou meebetalen. De bedragen waren op 50 eurocent na gelijk, dus wat haar betreft hoeft ze hem niets terug te betalen.

Ook in Bloedgeld maakt het uit wie jou iets vertelt. Daar gaan we in deze opdracht naar kijken.


Vraag 1

Bestudeer de theorie over het perspectief. Zie onderaan de pagina.

Vraag 2

Welk perspectief heeft de auteur voor Bloedgeld gebruikt?


Vraag 3

Wat kan de reden zijn geweest voor de auteur dat ze hiervoor gekozen heeft? Kies uit de volgende mogelijkheden:
A De auteur wil graag dat je vindt dat het boek knap geschreven is en zorgt er zo voor dat je steeds moet nadenken over wie er aan het woord is.
B Door dit perspectief leer je de gedachten van zowel Reinout als Lutske kennen, waardoor je beter begrijpt wat er gebeurt.
C De auteur vond het lastig om te bepalen wie het belangrijkste personage is en heeft daarom allebei aan het woord gelaten.
D Om te voorkomen dat het boek te dun en saai werd, heeft de auteur gekozen voor twee verhaallijnen.


Vraag 4

Waarom heb jij bij vraag drie voor dit antwoord gekozen?


B


Vraag 1

In hoofdstuk 13 komen Michiel Adriaenszoon de Ruyter en Bastiaens heel kort aan het woord. Lees dit hoofdstuk nogmaals. Welk effect zou dit op het verhaal hebben als Van der Vlugt deze personages langer en vaker aan het woord zou hebben gelaten. Kies uit:

A Bloedgeld zou dan meer een geschiedenisboek zijn geworden.
B Bloedgeld zou dan meer een boek voor volwassenen zijn geworden.
C Bloedgeld zou meer een sprookje zijn geworden.
D Anders, namelijk ...


Vraag 2

Zoek drie passages in Bloedgeld waarin het een groot verschil zou maken als een ander personage aan het woord zou zijn geweest. Gebruik het onderstaande schema waarin je aangeeft hoe het andere personage reageert. Je krijgt eerst een voorbeeld.


Vraag 3

Wat verandert er voor de beleving van de lezer als Van der Vlugt dit personage ook aan het woord zou hebben gelaten?


Vraag 4

Zou je Bloedgeld meer of minder gewaardeerd hebben als ze dit gedaan had? Leg je antwoord uit.


Vraag 5

Passage Reactie/handeling Reinout of Lutske Ander personage
Eind hoofdstuk 10: Lutske probeert Reinout ervan te overtuigen om te stoppen met de piraterij. Reinout vindt dat hij zijn mannen niet in de steek kan laten. Reinout vindt dat zijn mannen prima voor zichzelf kunnen zorgen en dat ze zelf mogen bepalen wat ze met hun gage doen. Bastiaens is woedend op Reinout omdat het zijn eigendom is wat Reinout heeft gestolen. Niemand anders heeft daar recht op dan hij!


C


Herschrijf een van de gekozen passages in maximaal 300 woorden vanuit het perspectief van De Ruyter of Bastiaens. 


(Literaire)theorie

Ik-perspectief De hoofdpersoon vertelt over zichzelf in de ik-vorm; je weet wat hij of zij denkt en voelt.

Zij/hij-perspectief De schrijver vertelt over de personages in de zij/hij-vorm; je weet wat hij of zij denkt en voelt.

Wisselend perspectief Je weet van meerdere personages wat zij denken en voelen.