Lees deze opdracht goed door voordat je begint met het boek.


A

Stel je voor. Je vriendin vertelt een verhaal waar je geen touw aan vast kunt knopen. Bovendien gaat het over een gebeurtenis die zich afspeelt in een tijd dat jij haar nog niet kende.

Vraag 1
Welke informatie heb jij nodig om toch iets van haar verhaal te kunnen begrijpen?
A Je vraagt haar om bij het begin van het verhaal te beginnen en om uit te leggen om wie het gaat.
B Je zegt dat je plotseling weg moet en dat het je spijt dat je dit verhaal daarom verder niet kunt horen.
C Je zegt dat je hoofdpijn hebt en ze nou toch eindelijk eens to-the-point moet komen.
D Je vraagt waarom ze jou dit vertelt.


Vraag 2

Noteer twee redenen waarom mensen een verhaal soms niet in chronologische volgorde vertellen.


B

Soms is het niet duidelijk over welke periode Boudewijn vertelt. Voor deze opdracht ga je een schema bijhouden van de tien belangrijkste gebeurtenissen. Er wordt eerst een voorbeeld gegeven.

C

Vraag 1

Je ziet in de tweede kolom van de tabel nu dat de gebeurtenissen niet in chronologische volgorde verteld worden.

Vraag 2

Nummer de gebeurtenissen waarbij de eerste gebeurtenis een 1 krijgt en de laatste een 10.

Vraag 3

Nu je ziet in welke volgorde de gebeurtenissen plaats hebben gevonden, wordt het verhaal daardoor duidelijker voor jou?

Vraag 4

Waarom zou de auteur de gebeurtenissen niet gewoon in chronologische volgorde hebben beschreven?


Vraag 5

Zou je het een beter of slechter boek vinden als Erna Sassen het verhaal in chronologische volgorde had verteld? Leg je antwoord uit.