Dit is geen dagboek: Opdracht

Opdracht niveau 3 - Identiteit

Titel Dit is geen dagboek
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 - Identiteit
Studielast 1 uur
Werkvorm tweetal
Focus Identitet
Je leert tussen de regels door lezen.
Gemaakt door Gea Veenstra

Boudewijn is de verteller in Dit is geen dagboek en daardoor leer je alleen zijn gedachten kennen. Toch voel je dat er iets niet klopt. In deze opdracht proberen jullie erachter te komen wat dat is.

 

A

Vraag 1

Noteer allebei twee gebeurtenissen uit Dit is geen dagboek waarvan je dacht dat ze niet helemaal klopten.


Vraag 2

Bespreek met elkaar waarom jullie juist deze gebeurtenissen genoteerd hebben.


B

Blader allebei door Dit is geen dagboek. De een verzamelt drie negatieve uitingen ten opzichte van Boudewijns moeder en de ander verzamelt drie positieve. Gebruik de onderstaande tabel hiervoor. 

Jullie krijgen allereerst een voorbeeld.

Positieve uiting Gebeurtenis
Voorbeeld: Mijn moeder kon een erg leuke moeder zijn, als ze haar medicijnen slikte. 6 maart Moeder geeft advies als Boudewijn in groep zeven voor het eerst verkering heeft en hij niet begrijpt waarom Elza zo vreselijk boos op hem is na hun eerste dag verkering.
Negatieve uiting Gebeurtenis
Voorbeeld: Tabé mam, ik hoop dat dit de laatste keer was, dat je ons hebt lastiggevallen. 19 februari Vader haalt Boudewijn op van het brugklaskamp voor de begrafenis van zijn moeder. Hij wilde graag dat Boudewijn iets zou zeggen op de begrafenis. Als hij de tekst van tevoren leest, hoeft Boudewijn niets meer te zeggen.

C

Vraag 1

Bespreek met elkaar de uitspraken die jullie gevonden hebben.


Vraag 2

Jullie hebben het hele dagboek gelezen.
a. Hoe kijken jullie nu aan tegen deze uitspraken?
b. Meende Boudewijn ze op dat moment? Leg jullie antwoord uit.


Vraag 3

Wanneer komt er een verandering in zijn gedachten? Met andere woorden, wanneer gaat hij iets milder over zijn moeder schrijven?


Vraag 4

Zijn jullie Boudewijn nu beter gaan begrijpen?


Vraag 5

Is jullie mening over het boek daardoor veranderd? Leg jullie antwoord uit.