Gegijzeld: Opdracht

Opdracht niveau 2

Maak deze opdracht samen met een klasgenoot die het boek ook heeft gelezen. Opdracht A en B maak je alleen. Opdracht C maak je samen met je klasgenoot.

Titel Gegijzeld
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel en in tweetal
Focus personages
Je leert de gedachten en gevoelens van personages te duiden
Gemaakt door Ilse Couweleers

A

Vraag 1

Wat vond jij aan het begin van het boek van Leon en David?


Vraag 2

Wat vonden de gegijzelde leerlingen aan het begin van het boek van Leon en David?


B

Sommige personages krijgen steeds meer sympathie voor Leon en David. Neem de tabel over en noteer ten minste zes voorbeelden waaruit dat blijkt. Je mag dat in je eigen woorden doen of een citaat geven. Er is alvast één voorbeeld gegeven.

Voorbeeld
vb "Zie je wel, denkt Gerard. Die kerels zijn zo beroerd nog niet. Anders hadden ze Henk wel laten staan tot ie erbij neerviel. Het zijn geen misdadigers. Misdadigers zien er anders uit."
1
2
3
4
5
6

C

Herlees de laatste twee bladzijden. Discussieer daarna samen over de onderstaande vragen en schrijf jullie definitieve antwoorden op de vragen op.

Vraag 1

Kunnen jullie de reactie van Gerard en meneer De Rooy begrijpen? Waarom wel of niet?


Vraag 2

Hieronder vind je drie stellingen. Geef bij iedere stelling aan wat jullie mening is en leg uit waarom jullie dat vinden.

Stelling I: David en Leon moeten helemaal geen straf moeten krijgen.
Stelling II: David en Leon moeten een levenslange gevangenisstraf moeten krijgen.
Stelling III: David en Leon moeten minder straf moeten krijgen, omdat er sprake is van verzachtende omstandigheden. Zoek eventueel het begrip 'verzachtende omstandigheden' op.