Hart van inkt: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Intertekstualiteit

Vind je het leuk om zelf iets te schrijven? Dan is dit een geschikte opdracht voor jou. Vind je het minder leuk om zelf een verhaal te schrijven? Kies dan voor opdracht N3 | 1.

In Hart van inkt komen verschillende bekende verhalen voor. Je vindt boven ieder hoofdstuk een citaat en in sommige hoofdstukken komen boekpersonages uit bijvoorbeeld Peter Pan voor. Als een schrijver gebruik maakt van andere bestaande teksten, bijvoorbeeld door middel van citaten, noemen we dat intertekstualiteit. In deze opdracht ga je zelf met intertekstualiteit experimenteren.

Titel Hart van inkt
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 | Intertekstualiteit
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus intertekstualiteit
Je leert experimenteren met intertekstualiteit
Gemaakt door Ilse Couweleers

A

Vraag 1

Angst speelt een grote rol in Hart van inkt. Veel personages zijn bang voor Capricorno. Wat is de laatste keer dat jij bang bent geweest?


Vraag 2

De personages in Hart van inkt zijn bang voor personen uit verhalen, maar worden soms ook door hen geholpen. Welk personage uit een boek dat je hebt gelezen zou je graag als hulp hebben gehad toen je de laatste keer bang was?


Vraag 3

Meggie bevindt zich in een soort nachtmerrie als ze voor de tweede keer is opgesloten door Capricorno. De personages die ze uit een boek weet te lezen, kunnen haar niet helpen. Welk personage uit een boek dat je hebt gelezen zou je op pad willen sturen om haar te helpen?


Vraag 4

Noteer de belangrijkste eigenschappen van het personage en leg kort uit waarom dit een goed personage is om Meggie te helpen.


B

Herschrijf nu een deel van het verhaal waarin je jouw personage Meggie laat redden. Je begint je verhaal op het moment dat Meggie jouw personage uit een boek heeft gelezen.


C

Vraag 1

Wat vind je ervan dat in dit boek personages tot leven kunnen komen en dat gewone mensen in een boek kunnen verdwijnen en daardoor een personage worden? Leg je antwoord uit.


Vraag 2

Wat zou je ervan vinden als meer schrijvers deze vorm van intertekstualiteit zouden toepassen?