Kruistocht in spijkerbroek: Kwesties: heden en verleden

Opdracht niveau 2 | Kwesties: heden en verleden

Titel Kruistocht in spijkerbroek
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2 | Kwesties: heden en verleden
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus kwesties: heden en verleden
Je leert een vergelijking maken tussen heden en verleden.
Gemaakt door Marlies Schouwstra

Voor de mensen die in de middeleeuwen leefden, waren twee dingen heel belangrijk: het geloof in God en trouw. In de middeleeuwen moest je trouw zijn aan de mensen die hoger in rang waren. Boeren, horigen en schildknapen waren bijvoorbeeld trouw aan ridders en de ridders op hun beurt aan koningen. Dat maakte dat de middeleeuwse mensen niet vrij waren om te doen wat ze wilden: ze moesten zich houden aan de regels van God en de kerk én van de mensen die een hogere positie hadden.

A

  1. Hoe belangrijk is geloof voor jou? Geef een cijfer tussen 1 (totaal onbelangrijk) en 10 (het belangrijkste wat er is) en leg uit.
  2. Aan wie ben jij trouw?
  3. In hoeverre ben jij vrij om te doen wat je wilt? Geef een cijfer tussen 1 (totaal onvrij) en 10 (helemaal vrij) en leg je antwoord uit.

B

  1. a. Geef twee voorbeelden uit het verhaal waarin het geloof een belangrijke rol speelt.
    b. Wat is Dolfs mening over het geloof van de middeleeuwers? Gebruik ongeveer 100 woorden voor je antwoord en geef voorbeelden uit het boek. 
    c. Ben jij het met Dolf eens? Waarom?
  2. a. Geef twee voorbeelden uit het verhaal waarin trouw een belangrijke rol speelt. 
    b. Wat is Dolfs mening over de trouw van de middeleeuwers? Gebruik ongeveer 100 woorden voor je antwoord en geef voorbeelden uit het boek.
    c. Ben jij het met Dolf eens? Waarom?

C

Dolf heeft twee maanden meegelopen in de kinderkruistocht, maar je leest niet wat hij daarover vertelt aan zijn ouders en vrienden.

  1. Is zijn beeld van de middeleeuwen veranderd, denk je? Leg je antwoord uit.
  2. Neem de tabel over. In de linkerkolom noteer je vijf dingen die Dolf positief vindt aan de middeleeuwen. In de rechterkolom noteer je vijf dingen die hij negatief vindt. Rij 6 en 7 vul je nog niet in.
  3. Wat is zijn eindoordeel over de middeleeuwen, denk je? Vindt hij de middeleeuwen beter, slechter of net zo goed en slecht als de twintigste eeuw? Leg je antwoord uit. 

Tabel

Positief Negatief
Dolf 1 1
2 2
3 3
4 4
5 5
Jij 6 6
7 7

D

Jij hebt Kruistocht in spijkerbroek gelezen.

  1. Is jouw beeld van de middeleeuwen veranderd? Leg je antwoord uit.
  2. Noteer in rij 6 en 7 van de tabel twee dingen die je positief, en twee dingen je negatief vindt aan de middeleeuwen zoals die beschreven worden in Kruistocht in spijkerbroek.
  3. Wat is jouw eindoordeel over de middeleeuwen? Vind je de middeleeuwer beter, slechter of net zo goed en slecht als de eenentwintigste eeuw? Leg je antwoord uit.