Slecht: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Personages: verhoudingen

Titel Slecht
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 | Personages: verhoudingen
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus personages: verhoudingen
Je leert inzien welke invloed bijpersonen hebben op de hoofdpersoon.
Gemaakt door Esther Burger

A

Vraag 1

Met wie uit het gezin heb jij een goede relatie en waaruit blijkt dat?


Vraag 2

Wat vind jij van de relatie tussen Nathan en zijn moeder? Leg je antwoord uit.


Vraag 3

Wat vindt Elke van de relatie tussen Nathan en zijn moeder? Onderbouw je antwoord met een voorbeeld uit Slecht.


Vraag 4

Waarom is de mening van Elke belangrijk voor het verhaal?


B

In gedachten roept Nathan meerdere malen om zijn moeder.


Vraag 1

Vind jij dat Nathan een moederskindje is? Leg uit waarom wel/niet.


Lees de literaire theorie over motieven.

Vraag 2

De roep van Nathan om zijn moeder is een motief. In het verhaal zit nog een zin die herhaald wordt en deze heeft betrekking op Elke. Welke zin is dat?


Vraag 3

Nathan uit meerdere malen zijn woede. Waarom is Nathan steeds zo kwaad?


Vraag 4

Wanneer en waardoor beseft Nathan dat hij nu te ver is gegaan?


Vraag 5

Wie heeft er volgens jou de meeste invloed op Nathan: inspecteur Vuerinckx, Elke of Nathans moeder? Leg je antwoord uit.


Vraag 6

Vind je dat Nathan een tweede kans verdient of moet hij van jou de cel in? Leg je antwoord uit.

Vaak kun je een soort boodschap uit een verhaal halen. Deze boodschap noem je het 'grondmotief'. Dat staat niet letterlijk in het boek, maar dat mag je zelf, in je eigen woorden, formuleren. Je zegt dan in één zin welke 'hoofdgedachte' jij uit het boek kunt halen. Zo zou je het grondmotief van het boek Spijt van Carry Slee kunnen verwoorden als 'Pesten heeft een grote negatieve invloed op de betrokkenen'.


Vraag 7

Wat is volgens jou het grondmotief van Slecht?


(Literaire)theorie


Motieven

Een motief is een betekenisvol element dat vaker terugkomt in een verhaal. Een motief kan iets tastbaars zijn (iets wat je kunt vastpakken), maar ook iets abstracts (een gevoel, een activiteit). Een motief heeft soms een symbolische betekenis. Zo staat 'de witte duif' symbool voor vrede. Je moet je bij de betekenisvolle terugkerende elementen dan ook afvragen waarom die elementen terugkomen en wat ze je willen zeggen.