Er is geen vorm waarin ik pas: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Ontwikkeling hoofdpersoon

Titel Er is geen vorm waarin ik pas
Niveau boek 3
Opdracht niveau 2 | Ontwikkeling hoofdpersoon
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus ontwikkeling van de hoofdpersoon
Je leert uitleggen hoe Tessel zich ontwikkelt in het verhaal en welke invloed Evelien hierop heeft.
Gemaakt door Ymkje Visser

A

1. Welke overeenkomsten hebben Tessel en jij? Waar denken jullie hetzelfde over of gaan jullie hetzelfde mee om?

2. Waarover denk jij anders dan Tessel?

B

1. Wat vind jij van de vriendschap tussen Evelien en Tessel?

2. Schrijf drie dingen op die Evelien tegen Tessel heeft gezegd en die Tessel goed hebben geholpen. Je kunt voorbeelden vinden in deel 1 hoofdstuk 15 en 19, deel 2 hoofdstuk 2 en 5 en deel 5 hoofdstuk 6.

3. Hoe komt het dat Evelien zo goed weet wat ze tegen Tessel moet zeggen?

4. Waarom zijn de boodschappen van Evelien zo waardevol voor Tessel?

5. Leg uit waarom Tessel graag bij Evelien komt.

6. Door de bezoekjes aan Evelien is Tessel veranderd. Welke ontwikkeling maakt Tessel door in het verhaal?

C

1. Wat zou jij tegen iemand willen zeggen die zich in dezelfde situatie bevindt als Tessel?

2. Wat vind jij de belangrijkste boodschap in dit verhaal?