Harry Potter en de relieken van de dood: Geloofwaardigheid

Opdracht niveau 2 | Geloofwaardigheid

Titel Harry Potter en de relieken van de dood
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Geloofwaardigheid
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus geloofwaardigheid
Je leert de geloofwaardigheid van het verhaal beoordelen.
Gemaakt door Lotte Straatsma

A

  1. Heb je, naast de Harry Potterserie, weleens eerder een fantasyboek gelezen of een fantasyfilm gezien? Zo ja, noteer de titels. Zo nee, zou je na het lezen van deze serie meer fantasyboeken willen lezen? Leg je antwoord uit.
  2. Wat vind jij leuk aan fantasyverhalen? Gebruik minimaal 30 woorden voor je antwoord.

B

Veel fantasyverhalen spelen zich af in een heel andere wereld dan de onze, maar in de Harry Potterboeken is dit niet het geval. Daarin bestaan namelijk twee werelden naast elkaar: 'onze' Dreuzelwereld en de magische wereld. Deze magische parallelle wereld vertoont veel gelijkenissen met onze wereld. 

Vul onderstaande tabel aan. 

C

Hoe realistisch vind jij Harry Potter en de relieken van de dood
(Realistisch wil zeggen dat het echt gebeurd zou kunnen zijn.)
Geef een cijfer tussen 1 en 10 en leg je antwoord uit met minimaal twee voorbeelden uit de tabel.
1 = totaal onrealistisch
10 = heel erg realistisch

D

Realistisch is niet hetzelfde als geloofwaardig. Geloofwaardig is een verhaal als je helemaal kunt meegaan in het verhaal. Een verhaal kan totaal onrealistisch zijn, maar tegelijkertijd wel heel geloofwaardig. Alles klopt dan: er zitten geen tegenstrijdigheden in de beschreven wereld, de personages doen geen dingen die niet passen bij wat je over hen weet, etc.

  1. Hoe geloofwaardig vind jij Harry Potter en de relieken van de dood? Geef een cijfer tussen 1 en 10 en leg je antwoord uit.
  2. Hoe belangrijk is het voor jou dat een verhaal geloofwaardig is? Geef een cijfer tussen 1 en 10 en leg je antwoord uit.

E

In welke wereld zou jij liever leven: in die van Harry of in onze eigen wereld? Leg je antwoord uit en gebruik daarbij de tabel uit vraag B.