Kinderen van moeder aarde: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Denkbeelden

Titel Kinderen van moeder aarde
Niveau boek 3
Opdracht niveau 4 | Stereotype denkbeelden
Studielast 1,5 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus stereotype denkbeelden
Je leert het boek te analyseren aan de hand van de begrippen ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’.
Gemaakt door Ilse Couweleers
Bron 1 Geslachtskaraktertheorie

Wie kan er het beste voor kinderen zorgen? Een man of een vrouw? Wie kan het beste fileparkeren? Een man of een vrouw? Ondanks dat er al veel is veranderd in het denken over wat typisch ‘mannelijk’ en wat typisch ‘vrouwelijk’ zou zijn, blijkt het toch vaak lastig om deze vooroordelen los te laten. In deze opdracht verdiep je je in de manier waarop Thea Beckman met het denken over mannen en vrouwen omgaat.

A

Het is je vast opgevallen dat Badeners en Thulenen allebei een heel ander beeld van de rol en de eigenschappen mannen en vrouwen hebben.

  1. Zoek een afbeelding die je vindt passen bij het beeld dat Badeners van mannen hebben en een afbeelding die volgens jou goed past bij het beeld dat Badeners hebben van vrouwen. Leg bij iedere afbeelding kort uit waarom je hiervoor hebt gekozen.
  2. Doe nu hetzelfde voor de Thulenen. Welke beeld hebben zij van mannen en vrouwen? Geef ook hier een korte uitleg bij de afbeeldingen die je hebt gekozen.

B

In de wetenschap is het denken over mannen en vrouwen onder andere beschreven door Karin Hausen. Zij beschrijft in haar geslachtskaraktertheorie welke kenmerken als ‘typisch mannelijk’ en welke als ‘typisch vrouwelijk’ werden (en soms ook worden) gezien.

  1. Lees bron 1 en zoek begrippen waarvan je de betekenis niet weet op in een woordenboek.
  2. Waarschijnlijk is je al opgevallen dat deze theorie goed aansluit bij het beeld dat de Badeners van mannen en vrouwen hebben. De theorie past echter niet bij de Thuleense visie. Maak een nieuwe geslachtskaraktertheorie die aansluit bij de opvattingen van de Thulenen. Je mag daarvoor rijtjes een andere naam geven, eigenschappen verwisselen of weglaten. 
  3. Bekijk het nieuwe schema dat je bij vraag 2 hebt gemaakt. Vind je de Thuleense visie beter dan de Badense? Leg je antwoord uit. 

C

De rollen en de karakters van de personages uit het boek zou je kunnen omschrijven aan de hand van de begrippen uit de geslachtskaraktertheorie.

  1. Noteer bij ieder personage uit de tabel de begrippen die je bij dit personage vindt passen. Let op: gebruik daarvoor de geslachtskaraktertheorie van Hausen. 
  2. Noteer in de laatste kolommen of de personages vooral ‘mannelijke’, vooral ‘vrouwelijke’ of een mix van beide eigenschappen hebben. Doe dat eerst volgens de theorie van Hausen en daarna volgens de Thuleense theorie die je zelf bij opdracht B hebt opgesteld.
  3. Beschrijf wat je opvalt als je naar de tabel kijkt.
Personage Begrippen Volgens de theorie van Hausen: mannelijk / vrouwelijk / mix Volgens de Thuleense theorie: mannelijk / vrouwelijk / mix
Kolbe
Rajo
Christian
Thura
Konega

D

Kijk nog eens naar je antwoorden bij opdracht B en C. Vind je dat Beckman in Kinderen van moeder aarde het stereotype beeld van wat ‘typisch mannelijk’ en wat ‘typisch vrouwelijk is heeft doorbroken? Leg je antwoord uit.