Stiefkind: Tijd: chronologie

Opdracht niveau 1 | Tijd: chronologie

Titel Stiefkind
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 1 | Tijd: chronologie
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus tijd: chronologie
Je leert de gebeurtenissen in de chronologiche volgorde plaatsen.
Gemaakt door Ymkje Visser

A

Virginia is de hoofdpersoon in Stiefkind. Je leert over twee verschillende periodes in haar leven. Welke periodes zijn dit?

B

Hieronder staan een aantal gebeurtenissen die beschreven worden in Stiefkind. Vul ze in de juiste tijdsvolgorde in in onderstaand schema.

  1. Papa en Margriet komen Virginia ophalen om in Delft te gaan wonen (pag. 29).
  2. Virginia zit met Yousra en Ismail in de trein (pag. 35).
  3. Mevrouw Den Uyl treft Virginia voor een dichte deur aan, omdat Jill aan het werk is (pag. 60).
  4. Tonny maakt Jills koelkast schoon (pag. 81).
  5. Margriet komt thuis van het werk en Barend laat zijn geschaafde knie aan haar zien (pag. 135).
  6. Papa verschijnt ineens aan de keukentafel en vertelt dat hij met een nieuwe vrouw gaat trouwen (pag. 144).
  7. Virginia wil net als Barend melk drinken (pag. 148).
  8. Mevrouw Den Uyl heeft de politie gebeld en Virginia vertelt de agenten alles (pag. 153).
  9. Jill laat Virginia vijf dagen alleen thuis (pag. 157).

C

Stiefkind wordt niet chronologisch verteld.

  1. Waarom zou de schrijfster hiervoor gekozen hebben? Kies uit:
    A De schrijfster kreeg tijdens het schrijven allerlei ideeën die ze op dat moment in haar boek verwerkte.
    B De schrijfster wilde op deze manier spanning opwekken.
    C De schrijfster wilde dat de lezer het verband tussen Virginia’s verleden en haar leven nu zouden ontdekken.
    D De schrijfster is mysterieus en daarom wilde ze dat dit boek dat ook werd.
    E Anders, namelijk ...
  2. Wat vind jij ervan dat Stiefkind niet chronologisch wordt verteld? Kies uit onderstaande antwoorden en leg je antwoord uit in minimaal 25 woorden.
    A Ik vind het verhaal leuker, doordat het niet chronologisch verteld wordt.
    B Ik vind het verhaal minder leuk, doordat het niet chronologisch verteld wordt.
    C Ik vind het verhaal ingewikkeld, doordat het niet chronologisch verteld wordt.
    D Ik vind het verhaal verrassend, doordat het niet chronologisch verteld wordt.
    E Ik vind het verhaal spannender, doordat het niet chronologisch verteld wordt.
    F Anders, namelijk ...