De Godden broers: Opdracht

De Godden broers | Personages

Titel De Godden broers
Niveau boek 4
Opdracht niveau 4 | Personages
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus personages: veranderende verhoudingen
Je leert reflecteren op de veranderende verhoudingen ten opzichte van Kit en Hugo.
Gemaakt door Ymkje Visser

A

1. Heb jij wel eens meegemaakt dat iemand uiteindelijk veel aardiger bleek te zijn dan je in eerste instantie dacht of juist andersom? Leg je antwoord uit.

2. Heb je het idee dat mensen jou op het eerste gezicht vaak goed inschatten of moeten ze je beter leren kennen voor ze een goed beeld van je hebben? Leg je antwoord uit.

B

Als Hugo en Kit geïntroduceerd worden in het verhaal, zijn de verhoudingen duidelijk: Kit is ‘een soort gouden Grieks standbeeld van een jongeling’ en aan Hugo kon je zien ‘dat het een broer van Kit was, maar zonder de charme, zonder de uitstraling: duidelijk het lelijke eendje, onopvallend, afgezien van de stuurse blik en de indruk die hij gaf dat hij ergens anders wilde zijn’.

1. Leg uit hoe de groep na de eerste ontmoeting met Kit en Hugo met hen omgaat.

2. Leg uit hoe de verhouding tussen Kit en Hugo is en hoe deze verhouding wordt geïnterpreteerd door de groep.

Als de verteller en Hugo voorzichtig vriendschap sluiten, krijgt Hugo in de gaten dat ook de verteller voor Kits charmes is gevallen.

3. Hoe reageert Hugo hier in eerste instantie op?

4. Kun je Hugo’s reactie begrijpen? Leg je antwoord uit.

C

Hugo moet altijd maar aanzien hoe mensen Kit bewonderen, tot ze zijn ware aard ontdekken.

1. Hoe denk je dat het voor Hugo is om Kits broer te zijn?

2. Kun je begrijpen dat Hugo er nu weer voor koos om zich onopvallend op te stellen en aan te zien wat er gebeurde tussen Kit en de groep? Leg je antwoord uit.

3. Hoe voelt Hugo zich als iedereen uiteindelijk Kits ware aard ontdekt, denk je?

4. En hoe denk je dat het voor Hugo voelt dat iedereen uiteindelijk ook anders naar hem kijkt?

D

Aan het begin van het verhaal lijkt Kit heel sympathiek te zijn en Hugo niet. Uiteindelijk kom je erachter dat Kit helemaal niet sympathiek is, maar vind jij Hugo wel sympathiek? Beargumenteer waarom wel/niet en gebruik hiervoor je antwoorden van vraag B en C.