Ik geef je de zon: Opdracht

Opdracht niveau 3

Titel Ik geef je de zon
Niveau boek 4
Opdracht niveau 3
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm individueel
Focus stijl
Je leert reflecteren op de stijl van de auteur.
Gemaakt door Lotte Straatsma
Bron ‘Stijlleer’, in: J.A. Dautzenberg, Literatuurgeschiedenis en -theorie. Malmberg, Den Bosch, 2009, p. 295

A


Deze opdracht kun je al tijdens het lezen maken. Onderstreep of noteer minimaal vijf zinnen in het boek die jij erg mooi/bijzonder/onduidelijk/lelijk/etc. vond.


B


In veel recensies over Ik geef je de zon wordt ingegaan op de bijzondere schrijfstijl van Jandy Nelson. Volgens recensenten ‘wemelt het in het boek van de originele beelden’ en staat ‘geen zin er voor niks of zonder bedoeling’.

  1. Wat vind jij van Nelsons schrijfstijl? Spreekt deze je aan of juist niet? Licht je antwoord toe in minimaal 30 woorden.
  2. Lees de literaire theorie over beeldspraak.  

Hieronder staat een fragment uit het begin van Ik geef je de zon. Noteer alle vormen van beeldspraak die je ziet.

‘Opnieuw probeer ik los te komen uit Zephyrs greep zodat ik het schetsboek uit Fry’s handen kan rukken, maar zijn greep wordt alleen maar strakker. Zephyr, die verdomme een Thor is. Met een van zijn armen knijpt hij mijnkeel dicht; de andere zit als een autogordel om mijn middel. Hij komt zo van het strand en heeft een blote borst en zijn warmte straalt door mijn T-shirt heen. De geur van kokoszonnebrandolie vult mijn neus, mijn hoofd – samen met de sterke geur van de zee, alsof hij die op zijn rug met zich meedraagt… Zephyr die de deining als een deken achter zich aansleept… Dat zou mooi kunnen worden, dat zou het moeten worden (PORTRET:De jongen die de zee met zich meenam) – maar niet nu Noah, dit is zo ontzettend níét het moment om een gedachteschilderij te maken van deze malloot.’

  1. Herschrijf deze passage zo dat er geen enkele vorm van beeldspraak meer in zit. Zorg ervoor dat je de inhoud niet verandert.
  2. Vergelijk beide teksten met elkaar. Wat is het effect van de door Nelson gebruikte beeldspraak? Leg je antwoord uit in minimaal 50 woorden.
  3. Hoe belangrijk is de stijl van een boek of auteur voor jou? Leg je antwoord uit.



C


Over literatuur wordt wel gezegd dat het daarin niet alleen om de inhoud gaat, maar ook om de verpakking. Het gaat dus niet alleen om het verhaal, maar ook om hoede auteur dat verhaal vertelt. Vind jij dat we Ik geef je de zon, op basis van bovenstaande uitspraak, tot de literatuur moeten rekenen? Leg je antwoord uit.


D


Stel dat jij één zin uit Ik geef je de zon op een T-shirt mag laten drukken, voor welke zin zou jij dan kiezen? Leg je antwoord uit.


Literaire theorie



Beeldspraak In alle vormen van taalgebruik komen woorden en uitdrukkingen voor die niet letterlijk maar figuurlijk bedoeld zijn. Voorbeelden uit de omgangstaal zijn: ‘Jullie kletsen als een kip zonder kop’, ‘Zij straalde van vreugde’ of ‘Daarbinnen is het net een varkensstal!’. Zulk figuurlijk taalgebruik noemen we beeldspraak.