Het zwijgen van Maria Zachea: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Perspectief en karakter

Titel Het zwijgen van Maria Zachea
Niveau boek niveau 1
Opdracht niveau 2 | Perspectief en karakter
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus perspectief en karakter
Je leert hoe bepalend karakter is voor de weergave van de werkelijkheid
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron werkplanet.nl | lijst karaktereigenschappen

A

Een belangrijk kenmerk van het boek van Koelemeijer is de kijk of visie van de personen op de gang van zaken: op de geschiedenis van het gezin, op de ziekte van de moeder, op de relaties in het gezin.


Vraag 1

Kies uit de twaalf personen drie mensen die heel verschillend tegen 'de gang van zaken' aankijken en daar heel verschillend over denken. Welke drie kies jij?


Vraag 2

Noteer wat de belangrijkste verschillen zijn in hun visies.


B

Vraag 1

De personen die je onder A gekozen hebt, zijn zeer waarschijnlijk nogal verschillend van karakter. De schrijfster typeert de personages, al zijn de karakteriseringen nogal 'stereotiep'. Dat constateert bijvoorbeeld ook Nico. De schrijfster laat hem denken: '… het leek onmogelijk om van die oppervlakkige typeringen af te komen.' (p. 107)
Noteer met een aantal steekwoorden waarin de drie gekozen personen in karakter verschillen. Denk bijvoorbeeld aan woorden als meegaand, schipperend, moederskindje, opstandig, vaderszoon, levenslustig, recalcitrant, afzijdig, maar probeer vooral ook eigen aanduidingen te bedenken. Gebruik eventueel bron 1 waarin een lange lijst karakteigenschappen staat vermeld.


C

Vraag 1

Maak nu een schema waarin je van de drie personen die je onder A genoemd hebt de volgende zaken invult:

  • karaktereigenschappen/typering (in steekwoorden)
  • visie op de geschiedenis van het gezin
  • kijk op de behandeling en de ziekte van de moeder
  • perspectief op de relaties in het gezin (met vader, moeder, broers en zussen)
Persoon (voornaam) (voornaam) (voornaam)
typering (in steekwoorden)
visie op de familiegeschiedenis
visie op de behandeling van de moeder
visie op de relaties binnen het gezin

D

Hieronder staan zes uitspraken over de samenhang tussen het karakter en de visie van de personen op de gang van zaken in het gezin Koelemeijer:

Uitspraak 1:
het karakter van de personen is allesbepalend voor de visie op de gang van zaken in het gezin

Uitspraak 2:
de plaats die iemand inneemt in het gezin (jongste, oudste enz.) is veel meer bepalend voor de visies op de familiegeschiedenis, de behandeling van de moeder en de relaties in het gezin dan het karakter

Uitspraak 3:
karakter staat los van de manier waarop de personen aankijken tegen de familiegeschiedenis, de behandeling van de moeder en de relaties binnen het gezin

Uitspraak 4:
het karakter bepaalt bij sommige personen de visie op de gang van zaken in het gezin

Uitspraak 5:
het karakter is bij alle personen min of meer bepalend voor de visie op de gang van zaken in het gezin

Uitspraak 6:
karakter bepaalt wel de visie op de familiegeschiedenis, maar niet die op bijvoorbeeld de behandeling van de moeder.

Vraag 1

Geef bij elke uitspraak aan of je het ermee eens of oneens bent.


Vraag 2

Beargumenteer je keuzes.