De passievrucht: Opdracht
Opdracht niveau 3 | Spanning
Titel | De passievrucht |
---|---|
Niveau boek | niveau 2 |
Opdracht | niveau 3 | Spanning |
Studielast | 1 à 2 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | spanning |
Je leert | reflecteren op verteltechniek |
Gemaakt door | Marlies Schouwstra |
Vraag 1
Noteer van de eerste tien hoofdstukken de belangrijkste open plekken die ontstaan.
Vraag 2
Noteer vervolgens in welk hoofdstuk de open plek wordt ingevuld.
Vraag 3
Verwerk je gegevens in een grafisch overzicht, waarop duidelijk zichtbaar is wat de belangrijkste open plekken in De passievrucht zijn en op welk moment deze open plekken worden ingevuld.
Vraag 4
Welke spanningsboog roept de meeste spanning op?
Voorbeeld
H1
Open plekken
1. Wie is de vader van Bo? ➔ antwoord hoofdstuk 41
2. Gaat Armin het aan Bo vertellen? ➔ antwoord hoofdstuk 40
(Literaire) theorie
Open plekken - Veel verhalen en films worden spannend doordat er vragen worden opgeworpen, die niet meteen beantwoord worden. Zo'n vraag wordt in de literatuurwetenschap een open plek genoemd. De afstand tussen de open plek (de vraag) en de invulling ervan (het antwoord) noem je een spanningsboog. Als een vraag al vrij snel wordt beantwoord, is er sprake van een korte spanningsboog; als het heel lang duurt voordat de vraag wordt beantwoord, is er sprake van een lange spanningsboog.