De renner: Opdracht
Opdracht niveau 2 | Vorm en inhoud
Let op: een deel van deze opdracht maak je tijdens het lezen!
| Titel | De renner |
|---|---|
| Niveau boek | niveau 2 |
| Opdracht | niveau 2 | Vorm en inhoud |
| Studielast | 3 uur |
| Werkvorm | individueel |
| Focus | vorm en inhoud |
| Je leert | nadenken over de vraag of het voor jou belangrijk is hoe een boek is geschreven |
| Gemaakt door | Marlies Schouwstra |
| Bron | youtube.com | 'Erik van Muiswinkel twittert De avonden' |
A [deze opdracht maak je voordat je het boek gaat lezen]
Vraag 1
Heb je wel eens een boek gelezen waarbij je het opviel dat de schrijver op een mooie, leuke of grappige manier gebruik maakte van de taal? Zo ja, noteer de titel. Noteer ook wat je mooi, leuk of grappig vond.
Vraag 2
Heb je wel eens een boek gelezen waarbij het je opviel dat het verhaal op een bijzondere manier werd verteld? Bijvoorbeeld doordat de schrijver gebruik maakte van flashbacks of steeds overging op een ander onderwerp als het net spannend werd? Zo ja, noteer de titel en leg uit wat er bijzonder was aan de manier waarop het verhaal werd verteld.
B [deze opdracht maak je terwijl je het boek leest]
Vraag 1
De renner beschrijft de Ronde van de Mont Aigoual van 1977. Toen waren er nog geen smartphones, maar stel je voor de Tim Krabbé tijdens de koers én een smartphone gehad zou hebben én ook nog tijd en puf gehad zou hebben om af en toe te twitteren.
Vat alle paragraafjes waaruit het verhaal bestaat samen in tweets. Elke tweet bestaat uit ten hoogste 140 tekens. Om inspiratie op te doen kun je het Youtubefilmpje in bron 1 bekijken. Daarop twittert Erik van Muiswinkel de roman De avonden van Gerard Reve.
Let op: een paragraafje begint na een cursief kopje en eindigt voor het volgende cursieve kopje.
C [deze opdracht maak je na het lezen]
Vraag 1
Gaan al je tweets over de wedstrijd? Zo nee, waarover gaan sommige tweets dan? Noteer drie dingen.
Vraag 2
Laat nu je tweets lezen aan een medeleerling die De renner niet heeft gelezen. Stel hem of haar de volgende vragen en noteer de antwoorden.
Vraag 2a
Lijkt De renner je een leuk boek? Waarom (niet)?
Vraag 2b
Waarover denk je dat het verhaal gaat?
Vraag 3
Heeft de medeleerling volgens jou het goede antwoord gegeven op de vraag waarover het verhaal gaat? Kun je daar een verklaring voor geven?
Vraag 4
Leg uit aan je medeleerling of De renner leuker of minder leuk is dan jouw tweets. Leg ook aan hem of haar uit waar het verhaal volgens jou over gaat. Noteer in het kort wat jij aan je medeleerling hebt uitgelegd.
