De renner: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Beleving

Voor wie?

Je houdt van wielrennen (kijken). Deze opdracht kun je prima in je eentje maken, maar het is leuker om het samen te doen met iemand die ook van wielrennen houdt.

De renner is een verslag van een wielerwedstrijd van binnenuit: je leest precies wat de renner meemaakt, denkt, voelt en overweegt. Dit boek lezen is dus heel anders dan een Touretappe of een voorjaarsklassieker kijken. Dan zie je de wedstrijd van buitenaf, terwijl het commentaar bovendien wordt geleverd door een sportcommentator die zelf volledig buiten het spektakel staat.

In deze opdracht ga je het verschil onderzoeken, onder andere door zelf een (klein) deel van een Touretappe te beschrijven.

 

Titel De renner
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 | Beleving
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel of tweetal
Focus beleving
Je leert reflecteren op het verschil in beleving van naar wielrennen kijken en erover lezen
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron youtube.com | 'Schleck, the look'

A

Vraag 1

Als je een beetje verstand van wielrennen hebt, weet je dat winnen niet een kwestie is van gewoon zo hard mogelijk fietsen, maar van de juiste keuzes maken op beslissende momenten: demarreren, meezitten met een ontsnapping of juist een renner laten gaan om je krachten te sparen. Ook in De renner doen deze beslissende momenten zich voor. We hebben een paar van deze momenten op een rijtje gezet in de tabel hieronder. Noteer daarachter een korte beschrijving van de situatie (waar bevindt Krabbé zich ten opzichte van andere renners, welke beslissing neemt hij en waarom doet hij dat?).


Vraag 2

Welk(e) moment(en) is (zijn) volgens jou beslissende geweest voor het eindklassement? Licht je antwoord toe.

Km Positie Krabbé Beslissing Reden
5 Despuech en Sauveplane zijn gedemarreerd; peloton achter Krabbé. Krabbé demarreert om bij Sauveplane te komen. Krabbé weet zelf eigenlijk niet waarom; hij doet dat altijd in de eerste kilometers; hij maakt zichzelf even wijs dat dit de beslissende ontsnapping is.
15
75-78
83
90-91
92-93
111
118-120
136

B

Ook in de Tour de France doen zich vaak van deze beslissende momenten voor. Hoe interessant zou het zijn om dan precies te weten wat er in het hoofd van een renner omgaat!
Bekijk bron 1, waarin Andy Schleck Contador 'the look' geeft (Tour de France 2010, zeventiende etappe). Lees ook de commentaren onder het filmpje, waarin druk gespeculeerd wordt over wat Schleck op dat moment dacht.

Vraag 1

Contador rijdt in het geel; zoek uit welke plaats Andy Schleck na de zestiende etappe innam in het algemeen klassement en hoeveel seconden hij op Contador achter ligt.


Vraag 2

Wie zijn de belangrijkste concurrenten van Schleck en Contador? Hoeveel seconden achterstand hebben zij?


Vraag 3

Welke posities nemen Schleck en Contador intijdens deze etappe? Bevindt er zich een kopgroep vóór Schleck en Contador? Waar bevinden de concurrenten zich?


Vraag 4

Wat probeert Schleck in dit duel te bereiken? Waarom?


Vraag 5

Wat betekent 'the look' van Schleck volgens jou?


C

Beschrijf heel precies wat Schleck volgens jou ziet, hoort, voelt of op andere manieren ervaart, zegt en denkt. Maak gebruik van je antwoorden op de B-vragen. Probeer precies zo te schrijven als Krabbé. Dat wil zeggen: verwerk in je tekst ook ten minste één flashback en één gedachte. Gebruik ongeveer 300 à 400 woorden.


D

Reageer op de volgende uitspraken door door te strepen wat niet van toepassing is en je keuze toe te lichten.

Uitspraak A:
Door op de televisie naar wielrennen te kijken, kun je de koers beter/slechter/even goed volgen dan (als)door erover te lezen.

Uitspraak B:
Door op de televisie naar wielrennen te kijken, heb je meer/minder/even veel zicht op hoe het voor een wielrenner is dan (als) door erover te lezen.

Uitspraak C:
Wielrennen is interessanter/minder interessant/even interessant als je er op de televisie naar kijkt dan (als) wanneer je erover leest.