De weg naar het noorden: Opdracht
Opdracht niveau 3 | Open plekken
Titel | De weg naar het noorden |
---|---|
Niveau boek | niveau 2 |
Opdracht | niveau 3 | Open plekken |
Studielast | 1 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | open plekken |
Je leert | verteltechniek analyseren. |
Gemaakt door | Marlies Schouwstra |
Vraag 1
Noteer van de eerste vijf hoofdstukken de belangrijkste open plekken (zie: Literaire theorie).
Vraag 2
Noteer vervolgens het nummer van het hoofdstuk waarin deze open plekken worden ingevuld.
Vraag 3
Noteer een voorbeeld van een korte spanningsboog.
Vraag 4
Noteer een voorbeeld van een lange spanningsboog.
Vraag 5
Wat is de belangrijkste open plek in De weg naar het noorden?
Vraag 6
Wordt deze open plek uiteindelijk ingevuld?
Vraag 7
Vind jij dat open plekken altijd ingevuld moeten worden? Of mogen sommige open plekken best oningevuld blijven, zodat je daar zelf invullingen voor kunt bedenken?
Literaire theorie
Open plekken - Veel verhalen en films worden spannend doordat er vragen worden opgeworpen die niet meteen beantwoord worden. Zo'n vraag wordt in de literatuurwetenschap een 'open plek' genoemd. De afstand tussen de open plek (de vraag) en de invulling ervan (het antwoord) noem je een spanningsboog. Als een vraag al vrij snel wordt beantwoord, is er sprake van een korte spanningsboog; als het heel lang duurt voordat de vraag wordt beantwoord, is er sprake van een lange spanningsboog. Soms wordt een open plek helemaal niet ingevuld. In die gevallen is er vaak sprake van een open einde.