De zee zien: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Relaties

Kees en Jan worden op een bijzondere manier vrienden. Als Jan zijn tweelingzus Marijke voorstelt aan Kees, verandert de vriendschap tussen Jan en Kees. Kees is meteen smoorverliefd op Marijke en later blijkt dat wederzijds. Jan geeft aan weet te hebben van alles wat er tussen Kees en Marijke gebeurt. Als Kees en Marijke zoenen, noemt Jan Kees ‘een broer’ en verandert ook de vriendschap tussen Jan en Kees.

Voor deze opdracht ga je nadenken over deze ingewikkelde driehoeksverhouding.

Titel De zee zien
Niveau boek 2
Opdracht niveau 2 | Relaties
Studielast 1,5 uur
Werkvorm individueel
Focus relaties
Je leert nadenken over een belangrijk motief in het boek: bijzondere relaties.
Gemaakt door Sara Janssen

A

  • Teken op een A3-papier een grote driehoek
  • Teken in de driehoek nóg een driehoek, zodat er twee lijnen tussen de personages ontstaan. Gebruik ook eventueel pijlen.
  • Schrijf bij elke hoek een naam op (Jan, Marijke en Kees)
  • Noteer op de binnenste lijn wat de relatie is tussen de personages, bijvoorbeeld: broer en zus
  • Noteer op de buitenste lijn wat de personages nog meer met elkaar delen
  • Noteer nu in steekwoorden op de lijnen wat de personages voor elkaar voelen
  • Wat valt je op aan de driehoek?




Vraag 1


Bij A heb je de relaties tussen de drie personages in kaart gebracht. Begrijp je dat Kees en Jan vrienden zijn geworden? Wat vind je van de vriendschap tussen Jan en Kees? Leg uit.


Vraag 2


Kees is smoorverliefd op Marijke. Denk je dat de gevoelens van Marijke voor hem even sterk zijn? Leg je antwoord uit met voorbeelden.


Vraag 3


Marijke en Jan zijn broer en zus én een tweeling. Wat vind je van hun intieme gedrag? Denk je dat Marijke hetzelfde voelt voor Jan als hij voor haar? Leg uit.


Vraag 4


Wat betekent de relatie die Kees met Marijke heeft voor Jan? Leg uit.


C

In 1997 spreken Kees en Marijke nog een keer af. Wat leer je door die ontmoeting over de verhoudingen?