Het feest van de eeuw: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Ruimte

Titel Het feest van de eeuw
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2 | ruimte
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus ruimte
Je leert dat het gebruik van ruimte in een verhaal betekenisvol kan zijn.
Gemaakt door Sara Janssen

A

In Het feest van de eeuw worden twee periodes in het leven van Elise beschreven: haar studententijd en haar leven als jonge veertiger. De omgeving waarin een personage zich beweegt kan van invloed zijn op de sfeer van het boek. In deze opdracht ga je onderzoeken of dat in Het feest van de eeuw ook zo is. Geef eerst antwoord op de volgende vraag:Is er een ruimte waar jij je heel prettig of juist onprettig in voelt? Denk aan een wachtkamer van een tandarts, een grote stad, of de kantine op school. Geef een korte omschrijving van de ruimte en leg uit waarom de ruimte dat effect op jou heeft.

B

Het verhaal van Het feest van de eeuw speelt zich af in 1993 en in 2013.Voor deze opdracht ga je nadenken over het effect van ruimte (en plaats) in beide tijdlagen. Ga als volgt te werk:Noteer in de twee linker kolommen van het schema onder de jaartallen drie soorten ruimte per tijdlaag; vul daarna de andere kolommen in. Bij wijze van voorbeeld is er alvast één ingevuld. 

schema

C

Lees de literaire theorie hieronder. 

Vraag 1

Van welk soort ruimte maakt Eiselin in het deel 2013 gebruik? 

Vraag 2

Kies een soort ruimte en leg je keuze uit.En van welk soort in 1993? Leg uit.

Vraag 3

Welke sfeer blijft jou het meest bij? Leg uit waarom.

(Literaire) theorie

Ruimte - De ruimte in een verhaal kan veel invloed hebben op de interpretatie. Er zijn vier soorten ruimte: functionele ruimte, decoratieve ruimte, begeleidende ruimte en contrasterende ruimte.
De functionele ruimte: de plaats van de handeling is van groot belang voor het verhaal. De ruimte heeft een functie. Voorbeeld: een horrorverhaal start in de kerkers van een verlaten kasteel, bij volle maan, terwijl het regent en bliksemt.
De decoratieve ruimte: de ruimte heeft geen enkel belang in het verhaal. De ruimte is functieloos en is er enkel ter decoratie. De decoratieve ruimte is beschrijvend voor een verhaal.
De begeleidende (of karakteristieke) ruimte: de ruimte ondersteunt de handeling van de personages. Voorbeeld: een prinses huilt omdat de prins moet vertrekken, en buiten stormt het en regent het pijpenstelen.
De contrasterende ruimte: de plaats van handeling staat in contrast met de handeling. Voorbeeld: een prinses huilt omdat de prins moet vertrekken, maar buiten schijnt de zon.
[Bron: Wikipedia]