Het moois dat we delen: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Angst

Titel Het moois dat we delen
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 | Angst
Studielast 1,5 uur
Werkvorm individueel
Focus het thema angst
Je leert reflecteren op één van de belangrijkste thema’s van de roman: angst.
Gemaakt door Janneke Blok
Bron 1 Informatie over angst

De antwoorden deze volgende vragen mag je voor jezelf houden.

  1. Beschrijf kort drie momenten in je leven waarop je bang was. Dat kan voor van alles zijn: van spinnen, natuurrampen en een onvoldoende op je rapport tot de angst om niemand te kennen op een verjaardag, je huisdier te verliezen of ergens vanaf te vallen.
  2. Sommige angsten beschermen ons tegen (acuut) gevaar, terwijl andere ons juist in de weg zitten. Kijk nog eens naar je antwoorden bij 1. Hoe zit dat bij jou?


B

In Het moois dat we delen ervaart Soumia veel gevoelens van angst.

  1. Noteer ten minste drie situaties waarin ze bang is.
  2. Vaak zitten er achter angsten bepaalde gedachten die ze triggeren en onaangename gevoelens die we ervaren als ze uitkomen (meer hierover lees je in bron 1): ‘Als dit gebeurt, dan voel ik mij zo.’‘Als ik een onvoldoende haal voor mijn proefwerk, dan voel ik mij waardeloos.’ Welke gedachten en gevoelens zitten er achter de angsten van Soumia? Probeer deze onder woorden te brengen.
  3. Beschermen Soumia’s angsten haar, of beperken ze haar juist?
  4. Leg uit dat de ontmoeting met Luc een deel van Soumia’s angsten wegneemt.

Ook Luc en zijn zwager Albert ervaren gevoelens van angst.

      5. Xenofobie is een bepaalde vorm van angst. Zoek op wat dit inhoudt en beschrijf in hoeverre Luc en Albert hier last van hebben. Verandert dit ook gedurende het verhaal? Waarom (niet)?
      6. Het motto van het boek luidt: ‘Celui qui a été mordu par le serpent, a peur de la corde.’ oftewel ‘Wie ooit gebeten is door een slang, is al bang voor een stukje touw’. Leg in je eigen woorden uit wat hiermee bedoeld wordt en op wie van de personages je dit Marokkaanse gezegde het meest van toepassing vindt.


C

In een interview zegt Ish Ait Hamou, de schrijver van Het moois dat we delen:

‘Ik had eerst een einde geschreven, maar daarvan werd ik elke ochtend met het gevoel wakker dat ik niet alles had gezegd wat ik wilde zeggen. Zoals het verhaal nu eindigt, heb ik het idee dat ik het gevoel van angst, dat ons “buitenstaanders” in politieke debatten over gevaar vaak is ontnomen, heb teruggeclaimd. Ons werd nooit wat gevraagd, terwijl angst een menselijke emotie is die we allemaal delen. Het is denk ik belangrijk om dat in te zien als samenleving, dat we allemaal in hetzelfde bootje zitten.’

Leg in je eigen woorden uit wat de schrijver hier bedoelt. Ben je het met hem eens? Vind jij het einde van Het moois dat we delen geslaagd? Maak ook gebruik van je antwoorden bij B. (250 woorden)