Hoe duur was de suiker?: Opdracht
Opdracht niveau 1 | Personages 2
| Titel | Hoe duur was de suiker |
|---|---|
| Niveau boek | 2 |
| Opdracht | niveau 1 | Personages (2) |
| Studielast | 1 uur |
| Werkvorm | individueel |
| Focus | personages |
| Je leert | de vriendschap van de twee hoofdpersonen beoordelen. |
| Gemaakt door | Janneke Blok |
A
Vraag 1
Hieronder staat een aantal eigenschappen die mensen kunnen hebben. Neem tabel 1 over. Zet de eigenschappen die een echte vriend(in) volgens jou moet hebben in de linkerkolom en de eigenschappen die een goede vriend(in) niet moet hebben in de rechterkolom.
Kies uit: aanwezig – aardig – behulpzaam – betrouwbaar – eerlijk – fanatiek – geduldig – grappig – gul – knap – koppig – afhankelijk – overheersend – verlegen – zelfstandig.
Vraag 2
Bedenk zelf voor elke kolom nog een eigenschap.
Tabel 1
| Eigenschappen die een echte vriend(in) moet hebben | Eigenschappen die een goede vriend(in) niet moet hebben |
|---|---|
B
Hoe duur was de suiker? vertelt het verhaal van Elza en Sarith, twee onafscheidelijke stiefzusjes en vriendinnen.
Vraag 1
Neem tabel 2 over en vul deze in. Je mag uit de eigenschappen uit opdracht A kiezen, maar je mag ook zelf eigenschappen toevoegen.
Vraag 2
Maak in tabel 2 alle eigenschappen die bij een echte vriend(in) horen groen en alle eigenschappen die niet bij een goede vriend(in) horen rood.
Vraag 3
Geef de vriendschap tussen Sarith en Elza drie cijfers: hoe beoordeel je hun vriendschap aan het begin, in de loop van het verhaal en aan het einde? Motiveer je keuzes.
1 = helemaal geen goede vriendinnen
10 = heel goede vriendinnen
Vraag 4
Maak de volgende zin af: Ik zou wel vriend(inn)en willen zijn met Sarith / Elza / geen van beiden, want …
Tabel 2
| Eigenschappen van Sarith | Eigenschappen van Elza |
|---|---|
