Isabelle: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Structuur

'Maar ik vond het aardig slecht en ik wist eigenlijk de hele tijd hoe het af ging lopen. En het ging ook nog eens echt zoals ik dacht. Er zaten helemaal geen leuke wendingen in [...].' (Een anonieme scholier op scholieren.com.)

De scholier die dit schreef in een boekbespreking moet beslist zelf verhalen gaan schrijven, want hij weet blijkbaar heel goed hoe hij een plot in elkaar moet zetten. Of hij helemaal heeft begrepen wat er op psychologisch niveau gebeurt in Isabelle, blijft de vraag.

Titel Isabelle
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2 | Structuur
Studielast 2 uur (+1 uur voor de extra verdiepingsopdracht)
Werkvorm tweetal
Focus structuur
Je leert hoe een schrijver je kan verrassen door onverwachte wendingen.
Gemaakt door Gosse Koolstra

A

Vraag 1

Zoek in het woordenboek op wat een wending precies is. Noteer de definitie.

Vraag 2

Noteer individueel de wendingen in de tabel; bepaal je tot de wendingen in de situatie van Isabelle, Jeanne en Bernard. Geef steeds hoofdstuknummer en korte beschrijving van situatie. Met een kruisje in de kolom onder de betreffende naam geef je aan welke persoon het betreft; in sommige gevallen betreft het meer personen tegelijk.

Vraag 3

Noteer in de laatste kolom wat jouw oordeel is over de wending: voorspelbaar, want …; verrassend, want …; schokkend, want … en eventueel nog andere oordelen met je toelichting erachter. Geef een echte uitleg; 'voorspelbaar want ik zag het aankomen' is geen goede uitleg!

Vraag 4

Leg jullie tabellen naast elkaar. Bespreek alle verschillen. Besluit nu of jullie één gezamenlijke tabel willen maken of dat jullie de individuele tabellen willen handhaven. Licht jullie keuze toe.

Extra

Vraag 1

Welke wendingen hadden jullie graag anders gezien in het verhaal of toegevoegd?

Vraag 2

Breng die andere wendingen aan door de tabel opnieuw in te vullen, maar nu met jullie ideeën (eventueel naast de bestaande).

Vraag 3

Geef een korte toelichting waarom jullie dit graag zo hadden gewild.