Isabelle: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Grondmotief (hoofdthema)

Wat voor beeld heb jij van jezelf? Wat vind je van je uiterlijk? Welk beeld hebben anderen van jou, denk je? Hoe zullen zij je uiterlijk beoordelen? Klopt dat een beetje, naar jouw idee? En pas jij je aan aan hoe je er uit moet zien volgens de heersende opvattingen? Of heb je er juist een hekel aan dat bijvoorbeeld klasgenoten er altijd precies zo uit willen zien als andere populaire figuren op school? Is het onzin wat er gedacht wordt over schoonheid en lelijkheid? Of is dat misschien wel een stukje biologie dat nu eenmaal (meedogenloos) werkt? Vragen, vragen, waarover je lang kunt tobben. 
Jullie gaan gezamenlijk onderzoeken hoe het zit, en vooral ook hoe het werkt in Isabelle. Je brengt daar verslag van uit in een mooi artikel over 'Schoonheid en lelijkheid, kooi of kans?' Baseer jullie redenering op verhaalgegevens uit Isabelle en op antwoorden die jullie gaan formuleren bij de opdrachten A en B.

A

Geef eerst individueel antwoord op de volgende vragen.

Vraag 1

Wat is je oordeel over jouw lichamelijke schoonheid/aantrekkelijkheid (of is dat niet hetzelfde?)?

Vraag 2


Hoe denk je dat anderen daarover oordelen?

Vraag 3

Worden jij en die anderen daarin beïnvloed door ideeën van buitenaf? Welke ideeën en van wie?

Vraag 4

Bepaalt je uiterlijk je leven, je mogelijkheden? Hoe sta je daar tegenover?

Vraag 5

Denk je dat je antwoorden worden bepaald doordat je een meisje/jongen bent? Zo ja, hoe komt dat dan?

B

Bespreek de antwoorden met de anderen. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er in jullie opvattingen? Maak beknopt aantekeningen.

C

Lees en bekijk de bronnen. Als je ze allemaal gelezen hebt, verdeel je ze over de groepsleden, zodanig dat je per persoon 'eigenaar' bent van twee bronnen, wat betekent dat je steeds ook 'mede-eigenaar' bent van de andere bronnen. De bronnen 4, 5 en 6 moet iedereen gebruiken.

Beantwoord dan individueel de volgende vragen:

Vraag 1

Welk(e) beeld(en) heeft Isabelle van schoonheid en lelijkheid? Beschrijf ook de effecten ervan zoals zij die ziet of heeft ervaren.

Vraag 2

Welk(e) beeld(en) heeft Jeanne van schoonheid en lelijkheid? Beschrijf ook de effecten ervan zoals zij die ziet of heeft ervaren.

Vraag 3

Welk(e) beeld(en) heeft Bernard van schoonheid en lelijkheid? Beschrijf ook de effecten ervan zoals hij die ziet of heeft ervaren

Vraag 4

.Zijn opvattingen zoals deze gebaseerd op biologie of zijn ze aangeleerd ('cultureel bepaald')? Gebruik hiervoor de bronnen en je eigen ideeën erover.

Vraag 5

Kan een mens zich onttrekken aan de beelden die anderen van hem / haar hebben? Waarom wel/niet?

Vraag 6

Had Isabelle anders kunnen verlopen? Waarom (niet)?

D

Bespreek de door jullie gegeven antwoorden gezamenlijk en besluit welke opmerkingen en ideeën een plaats moeten krijgen in het artikel.

E

Schrijf het artikel. Gebruik 500 tot 750 woorden. MAAR: jullie schrijven gezamenlijk twee artikelen, want je splitst de groep op in twee groepjes van twee. Bepaal zelf of jullie groepjes m/m en v/v zijn of m/v en m/v. Vergelijk na afloop de beide artikelen.