Hieronder staan enkele beweringen over Kinderjaren. Reageer op deze opmerkingen door aan te geven of je het ermee eens bent of niet. Licht telkens je antwoord toe met een voorbeeld uit het boek.


Bewering 1


'Wat een zielig verhaal. Ik kon me echt voorstellen hoe het was in die kampen.'


Bewering 2


'Toen ik het boek uit had, was ik echt blij dat ik nu leef!'


Bewering 3


'Het begin vind ik wel een beetje saai. Die stukjes over die pont en over die glazenwasser hadden van mij wel weg gemogen.'


Bewering 4


'Ik vond het heel raar dat hij het helemaal niet zo erg vond om zijn vaders lijk te zien in dat ketelhuis, maar toch raar dat hij na al die jaren nog precies weet wat er gebeurde.'


Bewering 5


'Heel spannend was het verhaal eigenlijk niet, maar toch wou ik wel graag weten hoe het afliep en heb ik het in één middag uitgelezen.'


Bewering 6


'Je kunt aan de manier van schrijven duidelijk merken dat het jongetje steeds ouder wordt.'


Bewering 7


'Ik snap eigenlijk niet dat hij aan het einde van het boek niets wilde eten: hij heeft toch honger gehad in het kamp?'


Bewering 8


'Gelukkig liep het goed af en kon hij na de oorlog weer normaal verder leven.'