De arkvaarders: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Kwesties

God strafte de mensheid omdat 'de begeerte van hun hart de hele dag naar het kwade uitging'. Zou God ook nu om dezelfde reden de mensheid kunnen straffen? In Noord-Holland is een man al jaren bezig een ark als die van Noach te bouwen. Hij gelooft heilig in een nieuwe zondvloed.

Titel De arkvaarders
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3 | Kwesties
Studielast 1 uur
Werkvorm vijftal
Focus kwesties
Je leert reflecteren op morele kwesties.
Gemaakt door Masja Nijsen

Vraag 1 [individueel]

Stel je voor dat er voorspeld wordt, dat over een jaar de wereld overspoeld wordt door een zondvloed. Wie zouden dan plaats mogen nemen in deze ark? Beperk je bij het beantwoorden van deze vraag niet tot Nederland. Noteer tien mensen.


Vraag 2 [samen]

Bespreek jullie antwoorden. Kies samen vijf mensen over wie jullie het eens zijn.


Vraag 3 [samen]

Jullie gaan straks een debat voeren, waarin iedereen de rol van één van de personen van vraag 2 speelt. Verdeel de rollen.


Vraag 4 [indiviueel]

Noteer zoveel mogelijk argumenten waarom juist jij per se op de ark mee moet gaan. 


Vraag 5 [samen]

Jullie vijftal gaat nu voor de klas een debat voeren. Spreek met jullie docent af wat daarvoor een geschikt moment is. Om beurten krijgt elk van jullie één minuut de tijd om zijn betoog te houden. Daarna krijgt elk van jullie de kans om te reageren op wat de anderen hebben bepleit. Het gaat er dus om dat je de anderen ervan overtuigt dat jij mag plaatsnemen in de ark, dat jíj onmisbaar bent voor de mensheid. De rest van de klas kijkt toe en bepaalt uiteindelijk wie (of wat) mag plaatsnemen in de ark. 


Vraag 6 [samen]

Bespreek na afloop van het debat in jullie vijftal wie van de personages uit De arkvaarders volgens jullie eigenlijk aan boord van de ark hadden moeten kunnen gaan en wie niet. Bedenk ook goede argumenten bij elk personage.


Vraag 7 [samen]

Wat vinden jullie van de keuzes die de schrijfster, Anne Provoost, heeft gemaakt? Zijn de juiste personages aan boord van de ark gegaan? Of juist niet?


Vraag 8 [individueel]

Schrijf een kort verslag over deze opdracht. Beschrijf wat je moest doen, hoe jij de opdracht hebt uitgevoerd en wat je hebt geleerd.