De klucht van de koe: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Taalgebruik/talen

Voor veel lezers is de oude volkstaal in De klucht van de koe een struikelblok. Zonder woordverklaringen kun je de tekst niet goed begrijpen, maar zelfs mét die verklaringen is het lastig. In deze opdracht gaan jullie je verdiepen in taalverschillen, het verschil tussen de zeventiende-eeuwse volkstaal en het moderne Nederlands en de mogelijkheid om die volkstaal te vertalen. 
Je gebruikt in eerste instantie niet de Klassieke Lijster-uitgave. De hertaling in die uitgave gebruik je alleen bij het laatste deel van deze opdracht. Voor de oorspronkelijke tekst (met woordverklaringen en noten) ga je naar bron 1.

Titel De klucht van de koe
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3 | Taalgebruik, vreemde talen en vertalen
Studielast 3 à 4 uur
Werkvorm als tweetal
Focus taalgebruik, vreemde talen en vertalen
Je leert zeventiende-eeuwse volkstaal in modern Nederlands vertalen.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron dbnl.org | de oorspronkelijke tekst van De klucht van de koe (met verklarende noten)

A

Vraag 1

Naast het Nederlands spreken jullie ook (redelijk?) Engels. Misschien ook Duits, Frans of nog een andere moderne taal. Misschien is Nederlands niet je moedertaal en spreek je thuis Arabisch, Berber, Turks, Fries of een Nederlandse streektaal.
Bespreek met elkaar hoe jullie 'vreemde' talen als Engels of Frans geleerd hebben. Als Nederlands niet je moedertaal is, kun je ook vertellen hoe je Nederlands hebt geleerd.
Besteed aandacht aan de volgende punten:
a. woordenschat / vocabulaire
b. grammatica (waaronder zinsbouw, woordvorming)
c. spreekvaardigheid
d. luistervaardigheid
e. leesvaardigheid
f. het niveau dat je bereikt hebt


Vraag 2

Kies twee talen waar jullie goed in thuis zijn, bijvoorbeeld het Nederlands en het Engels. Vergelijk beide talen op de punten a en b onder 1.
Noteer met een paar voorbeelden wat deze vergelijking oplevert.


Vraag 3

Bedenk samen welke problemen je hebt als je iets van de ene in de andere taal wilt vertalen.


B

Vraag 1

Kies samen een passage uit De klucht van de koe (bron 1). De passage moet minimaal 20 versregels beslaan.


Vraag 2

Lees de passage nauwkeurig, bekijk de woordverklaringen en eventuele noten.


Vraag 3

Vertaal de passage samen in goed lopend Nederlands. Het zou mooi zijn als de regels rijmen, maar voorkom rijmelarij.


C

Vraag 1

Druk de oorspronkelijke passage (in de 17e-eeuwse volkstaal) af; doe hetzelfde met jullie vertaling én met de hertaling van de gekozen passage in de Klassieke Lijsteruitgave.


Vraag 2

Vergelijk de drie teksten regel voor regel.


Vraag 3

Bespreek met elkaar welke verschillen er zijn (op woord- en zinsniveau, in betekenisgeving etc.) en de moeilijkheden die jullie bij de vertaling zijn tegengekomen.


Vraag 4

Maak een lijstje met de drie belangrijkste verschillen tussen jullie vertaling en de hertaling.


D

Schrijf een kort verslag van jullie vertaalervaring. Geef daarbij aan wat goed ging en wat lastig was bij het vertalen. Wat zijn jullie wijzer geworden over taalverschillen en over (literair) vertalen?