De oesters van Nam Kee: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Personage 1

Voor deze opdracht ga je je verdiepen in de persoonlijkheid van Berry, de gymnasiumleerling die uiteindelijk in de gevangenis belandt.

Titel De oesters van Nam Kee
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Personage 1
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm individueel
Focus personage
Je leert reflecteren op het handelen van een personage.
Gemaakt door Sara Janssen
Bron 16personalities.com | persoonlijkheidstest

A

Vraag 1

Voor deze opdracht ga je je verdiepen in de persoonlijkheid van Berry, de gymnasiumleerling die uiteindelijk in de gevangenis belandt.
a. Waarom denk je dat Berry hier zo mee omgaat? Leg uit.
b. Wat vind je van de manier waarop Berry daarmee omgaat? Leg je antwoord uit.


Vraag 2

Noteer twee uitgesproken meningen van Berry. Denk aan hoe Berry bijvoorbeeld over onderwijs of sommige mensen denkt. Geef ook aan waarom jij denkt dat hij dat vindt.


Vraag 3

Vind je die opvattingen extreem, of begrijp je ze? Ben je het met Berry eens, oneens, of gedeeltelijk eens/oneens? Leg je antwoord uit per opvatting.


Vraag 4

‘Het monster van West’ is één van de bijnamen van Berry.
a. Noteer alle aliassen van Berry.
b. Welke bijnaam vind je het beste passen bij Berry? Leg uit.


B


Vraag 1

Ga naar bron 1.
a. Maak de test alsof je Berry bent. Let op: noteer tijdens het invullen een paar vragen die zonder twijfel op Berry van toepassing zijn.
b. Maak een nieuw (Word-)document aan, kopieer de uitslag van de test en plak die in het document.


Vraag 2

Lees de uitslag nu rustig door. Herken je het romanpersonage Berry? Geef twee voorbeelden van kenmerken die je herkent en twee voorbeelden die je niet herkent. Wat valt je nog meer op? Zie je in de uitslag de vragen terug die je bij opdracht B1a genoteerd hebt?


Vraag 3

Berry praat in de gevangenis met Meesters, een psychotherapeut, volgens Berry een ‘gedachtendief’. Herlees hoofdstuk 17. Denk je dat de uitslag van de test van Meesters lijkt op die van jou? Leg uit.


Vraag 4

In hoofdstuk 17 lees je ook dat Berry ziet dat zijn moeder, die bij de reclassering werkt, in een studieboek een zin heeft onderstreept: ‘In the lost boyhood of Judas, Christ was betrayed.’ Berry zegt hierover: ‘Echt iets voor haar. Zij was ervan overtuigd – of wilde geloven, kan ook nog – dat ergens in de jeugd van de crimineel iets misgegaan moest zijn en daardoor was hij tot zijn daad gekomen.’ 
a. Noteer wat Berry hiervan vindt.
b. Wat geloof jij? Ben je het met Berry eens of met zijn moeder? Leg je antwoord uit (max. 120 woorden).


C (extra)

Deze vraag is voor de leerlingen die door het invullen van de test voor Berry (opdracht B1) benieuwd zijn geraakt naar hun eigen persoonlijkheidstype. 


Vraag 1

Maak de test van bron 1 opnieuw, nu voor jezelf. Noteer welk persoonlijkheidstype jij volgens de test bent.


Vraag 2

Als jij hetzelfde persoonlijkheidstype hebt als Berry, word jij dan misschien ook een crimineel? Leg je antwoord uit.