De ruimte van Sokolov: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Motto betekenis

Titel De ruimte van Sokolov
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Motto betekenis
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel, twee- of drietal
Focus motto, betekenis
Je leert reflecteren op de betekenis van motto en roman.
Gemaakt door Martijn Koek
Bron Genesis 3, op: debijbel.nl

Maak deze vragen voordat je het boek gaat lezen.

A


Geef bij de onderstaande stellingen kort aan of jullie het eens zijn met de stelling en waarom (niet).

a. Uiteindelijk is elk mens er toe te verleiden iets kwaads te doen.
b. Zwichten voor verleiding is een teken van onvolwassenheid.
c. Wie zich nooit laat verleiden tot iets wat eigenlijk niet mag, leeft niet echt.


De rest van de vragen maak je als je het boek gelezen hebt.

B


Vraag 1

Noem minimaal twee verleidingen waar Sacha Sokolov voor gezwicht is. Licht je antwoord toe.


Vraag 2

Verplaats je in Sacha, en bekijk de stellingen vanuit zijn ogen. Wat zou zijn mening zijn over deze stellingen? Vul tabel 1 in voor het antwoord.

tabel 1

Stelling Sokolov is het hier waarschijnlijk mee 'eens/oneens ...' ... want [voorbeeld uit het verhaal]
a. Uiteindelijk is elk mens ertoe te verleiden iets kwaads te doen.
b. Zwichten voor verleiding is een teken van onvolwassenheid
c. Wie zich nooit laat verleiden tot iets wat eigenlijk niet mag, leeft niet echt.

C


Vraag 1

Sokolov is niet de eerste verhaalfiguur die zich laat verleiden. Twee heel beroemde voorgangers zijn Eva (uit de Bijbel) en Faust. Lees bron 1, een fragment uit de Bijbel, en daarna de korte samenvatting van Faust (onder Literatuurgeschiedenis).


Vraag 2

Je gaat nu de verleidingen van Sokolov, Faust en Eva met elkaar vergelijken. Vul daarvoor tabel 2 in. Heb je in de laatste kolom steeds iets anders opgeschreven of steeds hetzelfde?


tabel 2

Figuur Verleid door Verleid tot Waarom heeft zij/hij zich laten verleiden?
Sokolov
Eva
Faust

D


De ruimte van Sokolov heeft twee motto's, en een daarvan is een citaat uit Faust (1887) van Johann Wolfgang von Goethe.

'Niets zult ge zien in eeuwig lege verte, de stap niet horen die ge doet, geen steunpunt vinden voor uw voet.'


Vraag 1

Over wie gaat deze uitspraak, denken jullie? Kies uit: Faust, Sokolov en Lev. Je mag er ook twee of ze zelfs alle drie kiezen, zolang jullie je keuze maar toelichten.


Vraag 2

Het boek heet De ruimte van Sokolov.Dat woord 'ruimte' komt regelmatig en in verschillende betekenissen in het boek voor, bijvoorbeeld ook in het gesprek dat de jonge Lev en Sokolov hebben nadat Sokolov geweigerd heeft om voor een tweede keer naar de seksblaadjes van Levs ouders te kijken. Lees deze scène (het tweede deel van hoofdstuk 4), vanaf  'Ze waren in afwachting van de Rooie.' Omcirkel vervolgens in onderstaande zinnen het volgens jullie juiste antwoord en vul aan:

a. Deze titel heeft veel/weinig te maken met het motto, omdat …
b. Deze titel heeft evenveel/veel minder/meer te maken met Lev dan met Sokolov, omdat …
c. Deze titel heeft veel/weinig te maken met verleiding, omdat …


E


Vraag 1

Bij vraag A1 heb je drie stellingen gekregen. Stel je voor: aan Leon de Winter wordt gevraagd nog een stelling over verleiding aan deze stellingen toe te voegen. Formuleer de stelling die van hem zou kunnen zijn.


Vraag 2

Kijk nu nog eens naar de vier stellingen over verleiding en rangschik ze: bovenaan zetten jullie de stelling waar jullie het nu het meest mee eens zijn, onderaan de stelling die jullie het minst de waarheid vinden benaderen. Licht vervolgens jullie rangschikking kort toe en verwijs daarbij naar jullie antwoorden op de A-, B-, C- en D-vragen.

Literatuurgeschiedenis

Dr. Faust is een intelligente wetenschapper die teleurgesteld is dat de mens nooit alle kennis in de wereld zal bezitten, laat staan begrijpen. Vanuit die ontevredenheid zoekt de professor andere kennis bij mystieke en occulte wetenschap. Op die manier raakt hij in contact met de duivel zelf, Mephistoles. Deze duivel heeft, zonder dat Faust dat weet, God uitgedaagd. Mephistoles zegt Faust te kunnen verleiden tot het kwaad, en God laat hem een poging ondernemen, omdat hij er van overtuigd is dat zijn creatie, de mens, sterk genoeg is om de verleidingen van de duivel te weerstaan.
Mephistoles belooft al Fausts wensen tijdens diens leven te vervullen, maar Faust moet dan na zijn dood zijn ziel aan de duivel geven. Faust stemt toe, omdat het hem gaat om het nu; wat er later gebeurt, daar maakt hij zich niet druk over. Als het zover is dat de duivel zijn ziel komt halen, heeft hij spijt, maar Mephistoles is onverbiddelijk.