Donderdagmiddag, halfvier: Opdracht
Opdracht niveau 4 | Verteltechniek
Titel | Donderdagmiddag, halfvier |
---|---|
Niveau boek | niveau 3 |
Opdracht | niveau 4 | Verteltechniek |
Studielast | 1 uur |
Werkvorm | tweetal |
Focus | verteltechniek |
Je leert | de werking van de verteltechniek analyseren |
Gemaakt door | Jannet Oosterhuis |
Vraag 1
Wat was de laatste film waarbij je moest huilen? Waardoor kwam dat?
Vraag 2
Heb jij iemand verloren waar je veel van hield? Een kind verliezen is het ergste wat je kunt meemaken, hoor je regelmatig. Dan zou dit boek je bij de keel moeten grijpen en veel zakdoeken moeten vergen. Was dat bij jou zo? Wissel jullie leeservaringen uit.
Vraag 3
Als je dit boek vergelijkt met de punten die jullie (afzonderlijk) noteerden bij 2, wat zijn dan de verschillen?
Vraag 4
Stel je voor: een regisseur wil van deze roman een tranentrekkende verfilming maken. Jullie mogen suggesties geven voor vier scènes die ervoor gaan zorgen dat niemand in de zaal het droog zal houden. Kies vier fragmenten of onderdelen uit het boek en maak daarvan scènes en/of aanwijzingen. Je weet inmiddels vast dat regisseurs zich niet strikt aan de romantekst hoeven te houden. Gebruik de tabel.
Vraag 5
De film is in première gegaan en is een succes: de zaal snottert heel wat af. Jullie missie is dus geslaagd: de film wekt meer emoties op dan het boek. Maar is de film daarmee ook automatisch sterker dan het boek? Bespreek dit en geef daarna een beargumenteerd antwoord.
Verhaalfragment | Scène | aanwijzingen |
---|---|
1. | |
2. | |
3. | |
4. |