Erik of Het klein insectenboek: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Betekenis neventeksten

In 1941, het jaar waarin Erik of Het klein insectenboek verscheen, schreef een recensent in de Nieuwe Rotterdamsche Courant (tegenwoordig NRC) over de roman: 'Wij zijn ballingen levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten (Leonardo da Vinci). Het motto van het boek van Godfried Bomans […] toont wel aan, dat dit werk, op het eerste gezicht een mengeling van sprookje en fabel, niet voor zeer jonge lezers is bestemd […].'

Titel Erik of Het klein insectenboek
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Betekenis: neventeksten
Studielast 1,5 uur
Werkvorm individueel of tweetal
Focus betekenis: neventeksten
Je leert reflecteren op de betekenis van het motto voor het verhaal
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron 1 dbnl.org | 'Impliciete metafoor', in: Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek

A


Vraag 1


Wat is een 'balling'?


Vraag 2


'Leven binnen de lijsten van een vreemd schilderij' kun je opvatten als impliciete metafoor (zie bron 1). Leg zo goed mogelijk uit wat het verbeelde is of zou kunnen zijn waarnaar deze woorden verwijzen.


Vraag 3


Op welk woord slaat 'dit' in de tweede zin van het motto terug?


Vraag 4


Wat denk je dat 'groot leven' betekent?


Vraag 5


'Insecten' is eveneens een impliciete metafoor. Wat of wie wordt (worden) bedoeld met 'insecten'?


Vraag 6


Herschrijf het motto in je eigen woorden, zodat ondubbelzinnig duidelijk wordt wat er volgens jou mee wordt bedoeld.


Vraag 7


Ben jij het eens met de levensvisie die in het motto wordt verwoord? Waarom (niet)?


B

Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat Bomans juist dit motto heeft gekozen, omdat het woord insecten erin voorkomt.


Vraag 1


De vraag is hoe Bomans 'insecten' gebruikt in het verhaal. Er zijn logischerwijs twee mogelijkheden:

A. op dezelfde manier als Leonardo da Vinci

B. op een andere manier dan Leonardo da Vinci

Beide beweringen zijn waar. Leg dit uit aan de hand van drie voorbeelden uit het verhaal. Anders geformuleerd: geef drie voorbeelden (dieren, situaties, uitspraken etc.) die laten zien dat Bomans 'insecten' zowel op dezelfde als op een andere manier als (dan) Leonardo da Vinci gebruikt.


Vraag 2


Vind jij dat Bomans de levensvisie die verwoord is in het motto heeft verwerkt in Erik of Het klein insectenboek? Of heeft hij er een andere draai aan gegeven?


C

Vraag 1


Ben jij het eens met de recensent dat het motto aantoont 'dat dit werk, op het eerste gezicht een mengeling van sprookje en fabel, niet voor zeer jonge lezers is bestemd'?


D

Vraag 1


Stel je voor: je hebt een nichtje van een jaar of negen, dat nogal in insecten is geïnteresseerd. Jij geeft haar Erik te leen. Al na een dag heeft je nichtje het boek uit en ze vond het 'vet gaaf': hoe de insecten praten, de avonturen die Erik beleeft en de grapjes zoals de worm die in de knoop zit en door de mieren vakkundig uit de knoop wordt gehaald - je nichtje vond alles aan het verhaal even leuk.

Jij hebt inmiddels opdracht A tot en met C gemaakt en je denkt bij jezelf dat je nichtje sommige dingen niet zo goed heeft begrepen. Maar is dat erg? Streep in de onderstaande zin door wat niet van toepassing is en licht je keuze toe.

Als een lezer niet beseft dat z/hij een boek niet helemaal heeft begrepen, is er iets mis met het boek/iets mis met de lezer/niets aan de hand.