Floris ende Blanchefloer: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Personages

Titel Floris ende Blancefloer
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Personages
Studielast 2,5 uur
Werkvorm individueel of tweetal
Focus personages
Je leert je identificeren met verschillende personages
Gemaakt door Janneke Blok
Bron literatuurgeschiedenis.nl | 'Hoofsheid'

 

A [individueel of samen]

Je ouders die jou elders naar school sturen, zodat je je grote liefde voor lange tijd moet missen. Vervolgens willen ze jou doen geloven - door je een levensecht graf te tonen - dat je geliefde tijdens jouw afwezigheid is gestorven. En, wanneer je tot overmaat van ramp de hand aan jezelf wil slaan, vertelt je moeder je doodleuk dat het een leugen is en dat je geliefde ergens op de wereld nog in leven is. Het is niet niks wat de koning en koningin doen om het geluk van hun zoon in de weg te staan omwille van hun eigen eer. De koning, koningin en Floris doen echter alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat je elkaar als familie voorliegt, en zijn allen verbazingwekkend blij als de leugen is uitgekomen. Alsof dat nog niet genoeg is, vraagt Floris zijn ouders ook nog eens om toestemming om Blancefloer te mogen zoeken. Dat geloof je toch niet! De schrijver Diederic van Assenede laat ons verder in het ongewisse over de diepere gevoelens van zowel de koning, koningin als Floris bij deze - in onze ogen - heftige gebeurtenis.

Vraag 1

Wat ga je doen? Je gaat fragment aan het verhaal toevoegen, waarin je de gevoelens bij deze gebeurtenis in het verhaal vanuit zowel Floris' belevingswereld als die van zijn beide ouders beschrijft. Daarbij kun je kiezen uit de volgende twee scenario's:

Scenario 1

De koning en de koningin denken daadwerkelijk alleen maar aan zichzelf en balen ervan dat ze genoodzaakt zijn Floris de waarheid te vertellen. Floris is zo blij als hij te horen krijgt dat Blancefloer nog leeft, dat hij vergeet boos te worden op zijn ouders.
Beschrijf van alle drie de personages hun overwegingen, gedachten en gevoelens, zodat de lezer zich beter kan identificeren met hen en wellicht zelfs sympathie voor hen krijgt. Bedenk goede redenen waarom de koning en koningin alleen maar aan zichzelf kunnen denken. Waarom wordt Floris eigenlijk niet boos op hen? Begrijpt hij hen in wezen wel, denkt hij dat het toch geen zin heeft, of is hij enorm vergevingsgezind? Denk de situatie op deze manier verder uit.

Scenario 2

De koning en de koningin vinden het vreselijk om hun zoon te moeten voorliegen, maar kunnen in hun optiek niet anders. Wanneer ze Floris de waarheid moeten vertellen, zijn ze alleen maar opgelucht. Floris is blij dat zijn geliefde Blancefloer nog leeft, maar is tegelijkertijd razend op zijn ouders.
Beschrijf van alle drie de personages hun overwegingen, gedachten en gevoelens. Waarom liegen de koning en koningin hun zoon toch voor als ze het liever niet doen? Waarom is Floris precies zo woedend op zijn ouders? Begrijpt hij hun overwegingen bij nader inzien wel of vindt hij hun daad onvergeeflijk? Ga zo door.

Let op! Wanneer je deze opdracht met z'n tweeën maakt, werk je allebei een situatie uit. Probeer elkaar te overtuigen van de waarschijnlijkheid van het door jou uitgewerkte scenario.


B [individueel]

Vraag 1

Is je bij eerste lezing van het verhaal opgevallen dat het verhaal weinig zegt over aan aantal belangrijke zaken, zoals de reacties van de personages op de leugen? Of dat de personages anders reageren op situaties dan dat jij dat zou hebben gedaan? Indien je dit was opgevallen of dit het geval was, wat vond je daarvan? Zijn er nog meer zaken waarover het boek weinig vertelt of die in jouw ogen 'anders' waren dan tegenwoordig?


Vraag 2

Lees de Literaire theorie. We kunnen vaststellen dat Floris ende Blancefloer niet draait om de ontwikkeling van de personages. Wat zou je wel als kern van het verhaal willen bestempelen? Wat wil de schrijver van het verhaal ons duidelijk maken denk je?


C [extra]

Vraag 1

Lees bron 1 over het fenomeen hoofsheid in de middeleeuwen. Kun je de reactie van Floris op de leugen van zijn ouders verklaren vanuit hoofse gedragingen? Waarom (niet)?

 

Literaire theorie
In een verhaal kunnen verschillende zaken centraal staan. Er zijn verhalen die volledig rusten op de ontwikkeling van de personages. Andere moeten het meer hebben van de plot, oftewel de verkorte weergave van het handelingsverloop. Weer andere zijn bijzonder vanwege het perspectief van waaruit het verhaal geschreven is. Ook kunnen verhalen rusten op het grondmotief (de formulering in een zin, waarbij je op een abstract niveau zegt welke visie in de tekst verwoord wordt). Of verhalen zijn opvallend vanwege de opbouw, de structuur. Of ze hebben zo'n bijzondere stijl (schrijfwijze), dat het eigenlijk niet meer uitmaakt waarover er geschreven wordt.

Zie voor meer achtergrondinformatie: Joke van Balen e.a., Basisboek Literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 101-130.