Fortuna's kinderen: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Ruimte

Titel Fortuna's kinderen
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Ruimte
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm Individueel
Focus Ruimte en afstand
Je leert reflecteren op de functie van de ruimte in een internationale familiegeschiedenis.
Gemaakt door Merel Heuberger
Bijlage Wereldkaart (pdf)

A

  1. Hoe vaak reis jij gemiddeld per jaar naar het buitenland? Blijf je dan binnen Europa of ga je juist verder weg? Of allebei?
  2. Hoe reis jij meestal als je naar het buitenland gaat, bijvoorbeeld met het vliegtuig, de auto of de boot? Wat zijn voor jou de voor- en nadelen van deze manier van reizen?
  3. Wat is voor jou de voornaamste reden om naar het buitenland te gaan?


B

  1. Hoelang deed een schip als de Washington er in de negentiende eeuw over om van Nederland naar Amerika te varen? Gebruik de informatie uit het boek en noteer de paginanummers waar je je informatie vandaan haalt.
  2. Hoe konden mensen in die tijd contact met elkaar houden, als zij zich in verschillende werelddelen bevonden? Gebruik de informatie uit het boek.
  3. Vind je dat de leden van de familie Herckenrath-de Fremery veel of juist weinig reizen tussen de twee continenten, als je kijkt naar je antwoorden bij B1 en B2? Noteer enkele namen (uit verschillende generaties) met daarachter je antwoord.
  4. Op welke momenten vond je beslissingen over hun wel of niet 'naar huis gaan' begrijpelijk, en op welke momenten niet?
  5. Voor welke personages denk jij dat het het moeilijkst was om lange tijd afgezonderd van familie te leven?


C

Print voor dit deel van de opdracht de blanco wereldkaart uit de bijlage.

1a. Op welke plaatsen vinden de volgens jou belangrijkste gebeurtenissen in de levens van de vier hoofdpersonen plaats? Zet vier kruisjes op de geprinte kaart: één voor Leon, één voor Juliette, één voor James en één voor Virginie. Noteer de naam van het personage in groen (positieve gebeurtenis) of rood (negatieve gebeurtenis). Vermeld achter de naam de paginanummers waarop deze gebeurtenis beschreven wordt.

1b. Ook bij andere personages heeft de locatie (de ruimte) grote betekenis voor hun levensloop. Noteer in een andere kleur de namen van Josephine de Magnan, Alida Milius, Herman de Fremery en Paul William de Fremery op je kaart, bij een kruisje waar een beslissende gebeurtenis in hun leven plaatsvond. (Gebruik de stamboom uit het boek om jezelf op weg te helpen, mocht je niet direct meer helder hebben wie wie is.) Noem tot slot ook steeds de paginanummers waar deze gebeurtenissen worden beschreven.

2. Je hebt nu een kaart met acht kruisjes. Misschien is de relatie tussen de gebeurtenis en de locatie simpel (zoals bij een geboorte of overlijden), misschien is er juist meer uitleg nodig (zoals bij een wetswijziging en de gevolgen daarvan).
Noteer de acht namen op de achterkant van je wereldkaart. Schrijf achter iedere naam in een paar zinnen in hoeverre de plaats van het kruisje invloed had op de gebeurtenis die plaatsvond.