Gebrek is een groot woord: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Intertekstualiteit

Titel Gebrek is een groot woord
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Intertekstualiteit
Studielast 3 à 4 uur
Werkvorm Individueel
Focus Verwijzingen naar andere kunstvormen
Je leert betekenissen ontrafelen door het signaleren van intertekstualiteit.
Gemaakt door Merel Heuberger
Bron Bron 1

A

  1. Ga jij wel eens naar voorstellingen, bijvoorbeeld naar theater, muziek, dans of film? Zo ja, welke? 
  2. Misschien heb je wel eens meegemaakt dat je bepaalde verwijzingen naar andere werken signaleert, maar niet helemaal kunt plaatsen. Vond je dat vervelend? Of, als je het niet hebt meegemaakt: zou je dat vervelend vinden? Waarom wel of niet? Wat zou je op zo'n moment kunnen doen om de verwijzing te plaatsen?

    Lees bron 1, waarin het fenomeen intertekstualiteit wordt behandeld.
  3. Waarom zou een kunstenaar (schrijver, theatermaker, filmmaker, etc.) soms verwijzen naar andere kunstwerken (boeken, theater, film, muziek, etc.)? 


B

Met name het theater is een betekenisvol, terugkerend element in Gebrek is een groot woord (een motief). Op verschillende manieren heeft dit motief betrekking op de personages.

  1. De duidelijkste band met het toneel heeft Mascha: zij is immers actrice. Ook Nynke laat het theater echter niet onberoerd. Hoe ervaart Nynke het theater?
  2. Borg heeft een eigen idee over wat Nynke zoekt en vindt in het theater. Ben jij het eens met zijn lezing? Waarom wel of niet? En zo niet, heb jij een andere verklaring?
  3. Welke twee toneelschrijvers worden nadrukkelijk benoemd, omdat Mascha een rol in door hen geschreven stukken speelt?
  4. Wat is volgens Mascha het verschil tussen beide schrijvers? Waarom verkiest zij de een boven de ander? 
  5. Welke andere kunstvormen dan het toneel spelen een rol in dit boek? Noem minstens drie namen en/of werken en probeer steeds kort de betekenis in de context van deze roman te duiden.

    Een niet te missen rol in Gebrek is een groot woord is weggelegd voor het toneelstuk De meeuw van de Russische schrijver Anton Tsjechov (1860-1904).
  6. Welke rol speelt Mascha in dit stuk?
  7. Welk terugkerend thema uit Gebrek is een groot woord is ook een thema in De meeuw?
  8. Op welke personages heeft dit thema betrekking? Noem er minstens vijf.

 
C

Schrijf een logisch opgebouwde tekst van 400-600 woorden waarin je de intertekstualiteit in Gebrek is een groot woord behandelt. Spits je analyse toe op een aspect dat jij interessant vindt. In de inleiding introduceer je een onderzoeksvraag en vervolgens werk je toe naar een conclusie waarin je die vraag probeert te beantwoorden. 
Hoewel je zelf mag kiezen welk(e) element(en) van het boek je uitlicht, analyseer je dus uitgebreid hoe intertekstualiteit in deze roman terugkomt en wat de consequenties daarvan zijn.