Hajar en Daan: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Perspectief
Je kunt natuurlijk in een boekverslag opschrijven – bijv. met behulp van Scholieren.com – dat deze roman een alwetende verteller heeft, maar is daarmee dan alles gezegd?
Titel | Hajar en Daan |
---|---|
Niveau boek | niveau 3 |
Opdracht | niveau 3 | Perspectief |
Studielast | 2 à 3 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | perspectief |
Je leert | het vertelperspectief nauwkeurig onderzoeken |
Gemaakt door | Pieter Waalewijn |
Bron | 'Perspectief', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 92. |
Vraag 1
Bestudeer eerst de theorie over het vertelperspectief (bron 1). Wat je daar leest over de auctoriale verteller, klopt dat met de situatie in Hajar en Daan? Leg uit.
Vraag 2
Wie volgen we in het verhaal meer: Hajar of Daan? Of beiden even veel? Leg uit hoe het zit.
Vraag 3
Iemand schrijft over dit boek op Scholieren.com: 'De verteller beschrijft de personages objectief, dat komt door het auctoriale perspectief.' Mee eens?
Vraag 4
Zoek het slot van hoofdstuk 1 op: p. 30-32.
Stap A
In dit gedeelte worden de 'leden van de jury' toegesproken. Wie is hier aan het woord?
Stap B
Lees de slotzin van dit hoofdstuk. Is dit objectieve informatie van een alwetende verteller?
Vraag 5
In het tweede hoofdstuk wordt in een flashback, vanaf p. 40, verteld over Daans jeugd. Op p. 45 staat dan: 'Daan bleef zitten in de vierde.' Volgende zin: 'Tja, waarom blijft iemand zitten.' Leg uit wat het verschil is in de vertelwijze van deze zinnen.
Vraag 6
Hoofdstuk 3: op p. 69 vertelt Daan over zijn ex Evelien en hun dochter Jessica (Dakkie).
Stap A
Wie reageert daarop met 'Zeg dat wel, Daan, dat er soms wat tussenkomt'?
Stap B
Is dat dezelfde figuur die op de volgende bladzij opmerkt: 'Nee nee, nu niet gaan zeuren over Hajar'?
Stap C
Lees nog even een stukje door, t/m p. 72, en geef dan commentaar op de stemmen die in dit hoofdstuk te horen zijn.
Vraag 7
Lees in hoofdstuk 4 p. 93, en in hoofdstuk 5 p. 103-104. Citeer de zinnen waarin de alwetende verteller zich op een ongewone manier presenteert.
Vraag 8
Maaike – je leest over haar op p. 220-226 en 244. Wat is het bijzondere aan de manier waarop de verteller deze episode brengt?
Vraag 9
Ten slotte: wat heeft deze nadere kennismaking met de verteller in Hajar en Daan jou opgeleverd? Of was het genoeg geweest als je gewoon had geconcludeerd: 'Er is een alwetende / personale verteller'?