Hersenschimmen: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Stijl

Titel Hersenschimmen
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Stijl
Studielast 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus stijl
Je leert reflecteren op stijl
Gemaakt door Gea Veenstra
Bron youtube.com | (sfeer)impressie van Hersenschimmen door Coralie Vogelaar

A


Het is je vast wel eens overkomen dat je opeens met je mond vol tanden zat, dat je gewoon niet wist wat je moest zeggen. Denk nog eens terug aan die situatie en bekijk het filmpje bij bron 1.


Vraag 1


Wat vind je van dit filmpje? Kies uit: mooi / goed / intrigerend / saai / vaag / beledigend
Licht je antwoord toe. 


Vraag 2


Wat heeft de maker van dit filmpje willen benadrukken volgens jou?


Vraag 3


Wat blijft er over als je geen controle meer hebt over jouw taal?


B


Bernlef staat bekend als een auteur die heel weinig uitlegt. Zijn schrijfstijl wordt omschreven als sober. Hij maakt veel gebruik van motieven en in Hersenschimmen is taal een heel belangrijk motief. Kijk naar de antwoorden die je gegeven hebt bij A.


Vraag 1


Zou je heel andere antwoorden gegeven hebben als je Hersenschimmen niet gelezen had?


Vraag 2


Waarin zouden je antwoorden wel of niet verschillen?


Vraag 3


Vind je het wel of niet prettig dat Bernlef jou als lezer heel veel zelf laat uitzoeken? Leg je antwoord kort uit.


C


In Hersenschimmen raakt Maarten langzaam de woorden en zijn taalgevoel kwijt. Jij gaat onderzoeken wat dit voor effect heeft op Maarten en zijn taalgebruik. Verlies niet uit het oog dat Maarten een Nederlander is die naar Amerika is geĆ«migreerd.
Maak gebruik van de tabel om een overzicht te maken van de rol van taal in het verhaal. Gebruik de trefwoorden in de linkerkolom om het effect van taal op Maarten en zijn taalgebruik aan te geven. Je mag eventueel ook trefwoorden toevoegen. Vermeld welke druk je leest en vermeld de paginanummers waar je voorbeelden hebt gevonden. In het voorbeeld is gebruikgemaakt van de achtentwintigste druk, 1990.


 

Trefwoord Toelichting Voorbeeld
Puzzel Maarten is altijd bezig geweest met taal maar nu kan hij de woorden niet meer vinden als hij een puzzel maakt. Het eerste teken dat hij zijn taal verliest. P. 27: 'Ik propte de krant met de puzzel in elkaar en stopte hem helemaal onder in de afvalemmer. Vera zou die foute woorden beslist verkeerd opvatten (zolang ik zelf niet weet wat er precies mis is, moet ik dit alles voor mijzelf houden).'
Vertalen van moedertaal naar tweede taal
Persoonlijke voornaamwoorden, tussenvoegsels
Lengte van zinnen
Energie
Waarde
Communicatie
[eigen trefwoord]

D


Vraag 1


Nu je bij C grondig hebt gekeken naar het effect van taal in het verhaal, ben je het dan nog steeds eens met jouw antwoord bij B?


Vraag 2


Zoek een herinnering van Maarten waarbij jij als lezer te maken krijgt met de hersenschimmen van Maarten.


Vraag 3


Herschrijf deze herinnering zodanig dat het een goed te volgen herinnering wordt.


Vraag 4


Vergelijk de herinnering in Hersenschimmen met jouw beschrijving.


Vraag 5


Wat is het verschil tussen beide versies?


Vraag 6


Kun je nu ook verklaren wat het effect van taal op Maarten en het verhaal is en hoe Bernlef het begrip taal gebruikt heeft in Hersenschimmen? Gebruik niet meer dan 300 woorden.