Het recht op terugkeer: Opdracht
Opdracht niveau 3 | Kwesties
Titel | Het recht op terugkeer |
---|---|
Niveau boek | niveau 3 |
Opdracht | niveau 3 | Kwesties |
Studielast | 3 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | Kwesties |
Je leert | reflecteren op de opvattingen van personages en auteur m.b.t. een centrale kwestie. |
Gemaakt door | Pieter Waalewijn |
Bron 1 | jmouders.nl | kinderpsycholoog beantwoordt de vraag 'terugslaan of niet?' |
Bron 2 | twitter.com | Leon de Winter op Twitter |
Bron 3 | tpo.nl | "The Post Online" over Leon de Winter |
A
Mijn zoontje (7) wordt af en toe flink geplaagd door jongens uit de buurt. Eerst liep hij weg of ging hij huilen. Mijn man vindt dat hij dit niet moet pikken en terug mag duwen en desnoods zelfs terugslaan. Goed idee of niet?
Deze vraag werd gesteld op de site van J/M Ouders, en beantwoord door een kinderpsycholoog.
Vraag 1
Wat zou het antwoord van jouw vader of moeder zijn op deze vraag? Met welk argument?
Vraag 2
Wat zou je eigen antwoord zijn? Leg uit waarom.
Vraag 3
Wat vind je van het antwoord van de kinderpsycholoog (bron 1)?
B
In Het recht op terugkeer gaat het voor een belangrijk deel over de Palestijnse kwestie. Die zaak wordt van alle kanten bekeken en van commentaar voorzien door de verschillende personages. Bij deze kwestie onderscheidt men vaak haviken en duiven (de harde lijn tegenover de zachte).
Vraag 1
Op p. 362-369 vind je een discussie tussen de 18-jarige Bram en zijn vader over de Palestijnse kwestie. Geef kort het standpunt van beiden weer.
Vraag 2
Als volwassen man discussieert Bram vaak met Jitzchak Balin. Hoe kijkt Balin aan tegen Israël?
Vraag 3
Zie je dat Bram anders tegen de zaak gaat aankijken naarmate hij ouder wordt? Leg uit. Wordt ook duidelijk gemaakt waardoor hij anders gaat denken?
Vraag 4
Blijft de oude vader van Bram de havik die hij altijd geweest is, of verandert hij van mening? Leg uit.
Vraag 5
Aan het begin van het eerste deel (2004) wordt Bram slachtoffer van een straatroof door een stel joodse jongens (hij dacht eerst dat het Arabieren waren). Passen zijn reactie op die overval en zijn gedachten bij zijn politieke opvattingen?
Vraag 6
Wat heeft Bram aan het eind van het boek – januari 2025 – nu bijgeleerd over de Palestijnse kwestie?
C
Vraag 1
We zeiden net dat de Palestijnse kwestie in dit boek van alle kanten bekeken en van commentaar voorzien wordt door de verschillende personages. Maar wordt in of door dit boek ook duidelijk gemaakt hoe Leon de Winter zelf over deze kwestie denkt? Aan welke kant staat hij? Kun je uit dit boek opmaken of De Winter een havik of een duif is, of is hij neutraal en onpartijdig gebleven? Leg uit.
Vraag 2
Los van wat je bij de vorige vraag hebt opgeschreven: in ‘het echte leven’ is Leon de Winter iemand met een uitgesproken mening, een felle opiniemaker. In zijn columns, in talkshows en op Twitter kan hij zich ongelooflijk scherp uitlaten. Lees een paar van zijn tweets (bron 2) en bekijk ook bron 3 om deze kant van De Winter te ontdekken. Noteer een paar uitspraken uit deze bronnen, die betrekking hebben op Israël en/of de Palestijnse kwestie.
Vraag 3
Terug naar de roman. Herlees de laatste alinea van p. 444. De Winter schetst daar een beeld van Amsterdam-West in 2025. Levert hij hier nu – indirect – commentaar op het gevaar van islamisering? Zo van: als we zo doorgaan, komen we daar uit?
Vraag 4
Denk je, als je nu terugkijkt op het hele boek, dat de schrijver vooral een goed verhaal heeft willen vertellen, of heeft hij zijn lezers toch ook wel een bepaalde (politieke) boodschap willen meegeven? En als je voor het laatste kiest: had jij dat tijdens het lezen van het boek door?