Het schnitzelparadijs: Opdracht
Opdracht niveau 3 | Hoofdpersonage
Titel | Het schnitzelparadijs |
---|---|
Niveau boek | niveau 3 |
Opdracht | niveau 3 | Hoofdpersonage |
Studielast | 1,5 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | hoofdpersonage |
Je leert | reflecteren op het hoofdpersonage en zijn ontwikkeling. |
Gemaakt door | Jannet Oosterhuis |
A
Geef van de onderstaande stellingen aan in hoeverre ze op jou van toepassing zijn.
tabel 1
B
Vraag 1
Stel je iemand voor die bij alle stellingen heeft aangekruist 'regelmatig'. Denk je dat je deze jongen/dit meisje sympathiek zult vinden? Denk je dat deze jongen/dit meisje een vriend(in) van je zou kunnen worden? Waarom (niet)?
Vraag 2
Kon je je tijdens het lezen inleven in het personage Nordip?
Vraag 3
Vind je Nordip sympathiek?
Vraag 4
Zijn je antwoorden bij 2 en 3 gelijk? Zijn jouw antwoorden bij 2 en 3 een logische combinatie? Waarom (niet)?
Vraag 5
Kun je positieve eigenschappen van Nordip benoemen? Zet er vier in tabel 2 hieronder en geef bij elk een voorbeeld uit het boek.
Vraag 6
De roman beschrijft verschillende periodes uit het leven van Nordip. Geef van de eigenschappen uit tabel 1 en 2 aan in welke periode van Nordips leven je die eigenschappen duidelijk naar voren ziet komen. Je mag hiervoor zelf een overzicht maken of je kunt de tabellen 1 en 2 uitbreiden met een extra kolom.
Vraag 7
Beschrijf met behulp van je antwoord bij vraag 6 welke ontwikkeling Nordip doormaakt in de roman. Gebruik hiervoor 150-200 woorden.
tabel 2
Positieve eigenschap | Voorbeeld | |
---|---|---|
1 | ||
2 | ||
3 | ||
4 |