A

1. Zoek de betekenis van het woord ‘loyaliteit’ op.
2. Vind je het belangrijk dat vrienden altijd loyaal aan elkaar zijn? Waarom wel of niet?
3. Vind je het belangrijk dat familie altijd loyaal is aan elkaar? Waarom wel of niet?
4. Bedenk een voorbeeld waarbij loyaliteit voor problemen kan zorgen.

B

1. In hoeverre is de jonge Eva (uit verhaallijn 2002) loyaal ten opzichte van Pim en Laurens? Leg je antwoord uit.
2. Hoe zit het met Eva’s loyaliteit aan haar familie? Maak daarbij onderscheid tussen haar ouders, broer en zusje.
3. Voor welke problemen zorgt Eva’s loyaliteit aan haar vrienden?
4. In hoeverre zorgt haar loyaliteit ten opzichte van haar familie voor problemen?
5. Denk je dat ze die problemen had kunnen voorkomen? Waarom wel of niet?

C

Kies één van de volgende twee opdrachten:

1. Schrijf een brief naar de jonge Eva uit 2002, waarin je haar een advies geeft over hoe ze zich volgens jou het beste kan gedragen in het raadselspel dat Pim en Laurens met de meisjes spelen.
2. Schrijf een brief naar de Eva uit 2015, waarin je haar een advies geeft over hoe ze Pim en Laurens het beste kan confronteren met de gevolgen van hun gedrag in het verleden.