Het voorseizoen: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Motieven: Icarus

In veel verhalen komen Bijbelse en klassieke motieven voor. Je moet wel enige kennis van deze eeuwenoude verhalen hebben om dergelijke motieven te herkennen. Bovendien moet je een beetje tussen de regels door kunnen lezen.In deze opdracht ga je nader verdiepen in de vraag of het Icarusmotief al dan niet in Het voorseizoen voorkomt.

Titel 'Het voorseizoen'
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Motieven: Icarus
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus motieven: Icarus
Je leert het Icarusmotief herkennen en duiden.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron 1 Frans Heinen, 'De moderne Icarus woont in Leicester', op: 8weekly.nl
Bron 2 'Icarus', op: Wikipedia

A

Eerst een kleine warming-up:

Waaraan denk je als er een appel en een slang in een verhaal voorkomen?

Antwoord

Gnals nee nav nedarnaa po, thcurv nedobrev ed nav netegeg tfeeh avE tadmo, sjidarap teh tiu neverdrev nedrow avE ne madA: lavednoz eD


B


Recensent Frans Heinen legt in zijn bespreking van Het voorseizoen een verband met de mythe van Icarus. Hij is echter de enige die dit verband ziet. De vraag is dus: ziet hij iets wat er niet is of heeft hij een punt?


Vraag 1


Lees bron 1. Citeer de twee zinnen waarin Heinen Icarus noemt.


Vraag 2


Lees bron 2. Vertel de Icarusmythe in je eigen woorden na.


Vraag 3


Leg uit welke aspecten van de Icarusmythe je wel herkent in Het voorseizoen en welke niet?


Vraag 4


Vind je, al met al, de relatie die Heinen legt tussen Het voorseizoen en de Icarusmythe plausibel of juist veel te vergezocht? Leg je antwoord uit.


Vraag 5


Met welke stelling ben jij het het meest eens? Licht je antwoord toe.

Het voorseizoen lijkt opeens een veel beter boek als je je kennis over de mythe van Icarus in je interpretatie betrekt.

Het voorseizoen wordt een veel interessanter boek als je je kennis over de mythe van Icarus in je interpretatie betrekt.

C Als je je kennis over de mythe van Icarus betrekt in je interpretatie van Het voorseizoen maak je het nodeloos ingewikkeld.

D Als je denkt zoals Frans Heinen kun je wel aan de gang blijven!


C

Stel je voor: je hebt een broertje dat in de brugklas zit. Op vakantie heeft hij puur uit verveling Het voorseizoen gelezen en hij vond het nog leuk ook. Jij denkt: dat is raar! Dat boek is toch veel te moeilijk voor hem?

Streep in de onderstaande zin door wat niet van toepassing is en licht je keuze toe.

Als een lezer niet beseft dat zij/hij een boek niet helemaal heeft begrepen, is er iets mis met het boek / iets mis met de lezer / niets aan de hand.