Kees de jongen: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Inleven

Titel Kees de jongen
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2 | inleven
Studielast 1,5 uur
Werkvorm individueel
Focus inleven
Je leert nadenken over tijd: vroeger en nu.
Gemaakt door Janneke Blok

A

Vraag 1

Wat deed jij als kind tijdens het speelkwartier op school?

Vraag 2

Was er iets wat jij misschien verzamelde als kind? Zo ja, wat?

Vraag 3

Waren er ook dingen die je als kind graag wilde (hebben), maar die je niet mocht of waar je eigenlijk nog te jong voor was?


B

Kees de jongen (1923) is bijna een eeuw geleden geschreven en speelt zich af aan het begin van de twintigste eeuw, een tijd die ver achter ons ligt. Maar staat die tijd echt zo ver van ons af? 

Toen Nu
postzegelverzameling pokemonverzameling
'zwembadpas' om je snel voort te bewegen wie het snelst kan skateboarden
'de bel' op school, als taak voor een van de betere leerlingen ...
het meisje op wie je verliefd bent na schooltijd volgen, in de hoop haar alleen te spreken ...
... ...
... ...

Vraag 1

Neem bovenstaande tabel over en vul deze verder in. (Als je betere voorbeelden hebt onder 'Nu' dan er al zijn ingevuld, mag je die natuurlijk gebruiken.)

Vraag 2

Wat kun je concluderen uit de tabel die je hebt ingevuld? Zijn sommige dingen misschien van alle tijden? Leg uit.


C

Kees de jongen wordt beschouwd als een 'klassieker'. Een klassieker wordt vaak omschreven als een boek dat een bepaald tijdsbeeld geeft maar dat tegelijkertijd wordt gekenmerkt door tijdloze thema’s. Doordat die thema's door de eeuwen heen nauwelijks veranderen, roept een klassieker voor lezers jaren later nog steeds herkenning op. 
Vind jij dat ook voor Kees de jongen gelden? Geef antwoord in 100-150 woorden en maak gebruik van de tabel die je bij B hebt ingevuld om je antwoord toe te lichten.