Magnus: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Betekenis

Titel Magnus
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Betekenis
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel of tweetal
Focus betekenis
Je leert reflecteren op de vraag waar de roman over gaat.
Gemaakt door Martijn Koek

A


Hoe belangrijk is het omslag van een boek voor jou? Geef bij de volgende uitspraken aan in hoeverre je het met die uitspraak eens bent. Kies steeds uit zeer oneens/oneens/eens/zeer eens.


Vraag 1


Heel belangrijk. Een lelijk boek ga ik sowieso niet lezen.


Vraag 2


Ik vind het vooral belangrijk dat het omslag iets te maken heeft met het verhaal.


Vraag 3


Een omslag moet vragen bij me oproepen.


Vraag 4


Als ik een omslag zie die lijkt op het omslag van een boek dat ik goed vind, word ik nieuwsgierig.


Vraag 5


Maakt me niks uit. Het gaat om de bladzijden na het omslag.


Vraag 6


Als het maar niet een kinderachtig omslag is.


B


Van Magnus bestaan er twee omslagen. Je ziet ze hieronder.


Vraag 1


Kies snel: welke omslag vind je mooier voor dit boek? Licht je keuze toe.


Vraag 2



Kijk nog eens naar je antwoorden bij 1 en je toelichting bij 2. Kloppen de antwoorden en de toelichting met elkaar? Leg uit.


C


Er zijn eigenlijk twee verhalen in Magnus: a. de reis van Merlijn naar Zweden en alles wat hij daar en daarna meemaakt; b. het verhaal over de liefde tussen Caro en Merlijn.


Vraag 1


Kijk nog eens naar de omslagen hierboven. Bij welk verhaal past welk omslag het best, vind je? Licht je antwoord toe.


Vraag 2



Vul tabel 1 in. Noteer in elk vakje: Ja!/Nee!/Nou...  en een korte uitleg.


Vraag 3


Trek je conclusie: omcirkel de juiste omschrijving en leg uit.
De twee verhalen in Magnus verschillen enorm/nauwelijks/enigszins/helemaal niet, want…

Verhaal over Zweden en daarna Verhaal over liefde voor en met Caro
Loopt goed af
Merlijn is gelukkig
Merlijn is de baas
Merlijn is populair
Merlijn is avontuurlijk

D


Bekijk de twee omslagen van Magnus nog eens, met de antwoorden van vraag 5 en 6 in gedachten.


Vraag 1


Welk omslag past het best bij beide verhalen (en dus bij het hele boek)? Licht je antwoord toe en verwijs daarbij naar je antwoorden bij C2 en C3.


Vraag 2



Is je keuze bij vraag D1 hetzelfde als die bij vraag B1? Zo nee: wat is er dan gebeurd? Zo ja: zegt dat iets over jou, of over het boek?