Met mij gaat alles goed: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Verteltechniek

Lees eerst de informatie uit bron 1. Let daarbij goed op de beschreven kenmerken. Voer daarna de opdrachten uit.

Titel Met mij gaat alles goed
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Verteltechniek
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm individueel
Focus verteltechniek
Je leert de verteltechniek van een briefroman analyseren en beoordelen
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 nl.wikipedia.org | over de briefroman
Bron 2 brusselmans.be | Herman Brusselmans

A

Vraag 1

Maak een lijstje van de beschreven kenmerken en geef aan of ze wel/niet voorkomen in Met mij gaat alles goed.


Vraag 2

Vul het lijstje aan met kenmerken die jou zijn opgevallen en die niet in het artikel worden genoemd.


Vraag 3

Wanneer heb jij voor het laatst een brief geschreven? Schrijf je wel eens een mail die je als brief zou kunnen beschouwen? Waarom wel/niet?


Vraag 4

Vind jij Met mij gaat alles goed door de briefvorm ouderwets aandoen? Waarom wel/niet?


Vraag 5

Onderaan het artikel (bron 1) staat een flinke rij briefromans uit de achttiende en negentiende eeuw. Daarbij staan maar twee Nederlandse romans. Noem eens een paar twintigste-eeuwse Nederlandse auteurs die briefromans hebben geschreven. Noem ook de titels.


Vraag 6

Lees bron 2. Hoe typeert Brusselmans de genoemde briefromans?


Vraag 7

Simoen heeft een literaire roman geschreven die bestaat uit brieven. In hoeverre zijn het volgens jou 'echte' brieven, en in hoeverre gaat het hier om 'literaire constructies'? Gebruik voor je antwoord verschillende argumenten.


B

Voor een auteur is het bij een briefroman lastig ervoor te zorgen dat de lezer over voldoende informatie beschikt. Dit geldt temeer als er meer personages - briefschrijvers zijn. Tegelijk beschikt hij hiermee over een mooi literair middel om spanning door uitstel van informatie te bereiken. Gevaar is dat de brief 'onnatuurlijk' wordt door 'terzijdes' die meer voor de lezer van het boek dan voor de ontvanger van de brief zijn bedoeld. Genoemd wordt daarnaast nog het gevaar van herhaling van informatie omdat meer personages die moeten weten. De andere kant is: de lezer zal het, zeker in het begin, moeten doen met (te) weinig informatie om alles te begrijpen.

Vraag 1

Geef eerst je globale oordeel over hoe Simoen dit probleem heeft opgelost: goed / matig / slecht, want ...


Vraag 2

Herlees de brieven van 13 september 1989 – 23 oktober 1989. Noteer in steekwoorden: welke feitelijke informatie krijg je? Wat weet je (nog) niet? Welke informatie ervaar je als 'terzijde', alleen maar noodzakelijk voor de lezer van het boek?


Vraag 3

Hoe ben jij als lezer omgegaan met uitstel van informatie en met het lezen van informatie die misschien wat onnatuurlijk aandoet in een brief?


Vraag 4

Welke spanning heeft uitstel van informatie opgeleverd? Wat begon je je af te vragen?


Vraag 5

Op welke manier(en) zorgt Simoen ervoor dat de verschillende briefschrijvers ook echt verschillende individuen zijn? Geef daarvan een paar voorbeelden.


C

Vraag 1

Schrijf een artikel van ongeveer 500 woorden waarin je een oordeel geeft over Met mij gaat alles goed als briefroman: geslaagd / matig / niet geslaagd. Je beargumenteert je standpunt zorgvuldig en geeft bij een negatief oordeel aan welke vorm Jan Simoen beter had kunnen kiezen.