Pastorale: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Cultuur

Een van de bronnen bij deze opdracht is een interview dat je op LiteRom kunt vinden. Voor het gebruik van LiteRom geldt: je moet lid zijn van de plaatselijke bibliotheek; dan kun je inloggen met je bibliotheekaccount. 

Titel Pastorale
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3 | Cultuur
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm individueel
Focus cultuurverschillen en -overeenkomsten
Je leert te reflecteren op verschillen en overeenkomsten tussen verschillende culturen.
Gemaakt door Dietske van den Berg-Geerlings
Bron Bron 1: documentaire Coen Verbraak
Bron 2: gesprek met Enter (op LiteRom)

In Pastorale leven twee culturele gemeenschappen naast elkaar in een dorp: de Molukse en de gereformeerde. In deze opdracht ga je op zoek naar de overeenkomsten en verschillen tussen deze twee culturen. 

A

Bekijk (een deel van) bron 1. Dit is de vierde aflevering van een documentaireserie van Coen Verbraak, waarin hij via verschillende interviews de verhalen vertelt van Molukkers over hun onvrijwillige ballingschap in Nederland. 

  1. Herken je de kenmerken van de Molukse cultuur uit bron 1 ook in Pastorale? Noem minimaal twee kenmerken die je herkent en geef daarbij een verhaalvoorbeeld. Dat kan een citaat zijn, maar het kan ook in eigen woorden.
  2. Noem minimaal twee gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Molukkers uit bron 1 die ook in Pastorale genoemd worden. Geef ook hier verhaalvoorbeelden.
  3. In hoeverre denk je dat de sprekers van bron 1 zich in Pastorale zullen herkennen? Leg je antwoord uit.


B

Lees bron 2. Hier spreekt Enter behoorlijk wat (voor)oordelen uit over de streng christelijke gemeenschap. Zie je deze terug in Pastorale waar het de gereformeerde gemeenschap in Brevendal betreft? Noem minimaal twee (voor)oordelen die je herkent in Pastorale en leg uit hoe ze in het boek naar voren komen.
 

C

  1. Op de achterflap staat: ‘En uiteindelijk handelt Pastorale over geworteld zijn, en wat te doen als die wortels rot blijken.’ Van welke wortels is er in Pastorale sprake? Van wie zijn die?
  2. In welk opzicht zijn deze wortels ‘rot’ te noemen?
  3. Bij A1 heb je minimaal twee kenmerken van de Molukse gemeenschap opgeschreven. Vergelijk nu de Molukse gemeenschap met de gereformeerde in Pastorale op basis van die kenmerken. In hoeverre zijn beide gemeenschappen inderdaad heel verschillend?
  4. In hoeverre biedt Pastorale handvatten om cultuurverschillen mee te overbruggen?