A (vraag 1-3 individueel)


Vraag 1


Noteer individueel je voornaam(-namen). Zoek de betekenis ervan op; gebruik een betrouwbare site (zie onder Bronnen) en schrijf de betekenis(sen) achter de naam / namen.


Vraag 2


Weet je hoe je ouders ertoe kwamen jou deze naam / namen te geven?


Vraag 3


Ben je tevreden / blij / ontevreden / ongelukkig met deze naam / namen?Waarom?


Vraag 4


Samen: wissel jullie ervaringen uit. Denken jullie verschillend over jullie namen?

B (samen)


Vraag 1


In de linker kolom van het schema hieronder staan de naam Robinson, de bijnamen van haar vader (vul aan!), de naam Johanna Freida.


Vraag 2


In de kolom Herkomst zijn twee cellen al ingevuld. Vul de lege cel ook in.Zoek voor de informatie in de cellen achter Robinson en Johanna Freida op wat die betekent.


Vraag 3


In de derde kolom schrijf je op wat Robinson vindt van de naam in de eerste kolom.


Vraag 4


In de laatste kolom schrijf je op wat jullie van die naam vinden.

C (samen)


Schrijf nu samen een stukje van ongeveer 500 woorden waarin je beschrijft welke betekenis Doeschka Meijsing met de keuze van de namen heeft gegeven aan het verhaal. Kijk goed naar de samenhang tussen die namen. Laat ook uitkomen of jullie oordeel over Robinsons naam is veranderd door jullie onderzoekje.