Schijnbewegingen: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Motto

Titel Schijnbewegingen
Niveau boek 3
Opdracht niveau 3 | Motto
Studielast 2 uur
Werkvorm tweetal
Focus motto
Je leert het motto verbinden aan het thema.
Gemaakt door Judith de Lang
Bron 'Motieven en symbolen', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, Groningen, 2009, p. 113-126

Schijnbewegingen is opgedeeld in vier delen:

  1. Mazelen, p. 5
  2. Camelot, p. 103
  3. De goot, p. 269
  4. Tweespan, p. 351

Het is niet voor niks dat Zwigtman gekozen heeft voor deze opbouw. Ieder deel wordt bovendien voorafgegaan door een motto, dat je onder de titel van het deel vindt. In deze opdracht ga je motto en inhoud met elkaar verbinden, om op die manier een betekenis toe te kennen aan de verschillende delen. Hoe ga je te werk?


Vraag 1


Noteer de motto's van de vier delen en onderzoek waar deze tekstfragmenten vandaan komen. Zijn ze onderdeel van een groter geheel? Hoe luidt de volledige tekst? Is deze volledige tekst te lang, geef dan een korte weergave ervan in eigen woorden. Bij motto's in een andere taal geef je de vertaling van het fragment. Leg lastige begrippen, zoals Camelot, uit. Uit welk ander verhaal komt deze naam? Welke betekenis had het daar? Zorg dat je de vier motto's goed begrijpt voor je verder gaat.


Vraag 2


Onderzoek de gebeurtenissen in ieder deel. Ga daarbij uit van de hoofdlijn, het gaat niet om de zijwegen. Gebruik hiervoor een goede samenvatting van het boek (eventueel te vinden op Literom, wanneer jullie school daarop is geabonneerd) en de titels boven de hoofdstukken.


Vraag 3


Maak per deel een verbinding met het motto. Waarom heeft Zwigtman gekozen voor dit motto? Er kunnen in een deel meerdere momenten zijn die naar het motto verwijzen; stop niet na een mooie vondst, maar werk het hele deel door.


Vraag 4


Een motto wijst vooruit naar een motief. Lees de Literaire theorie. Probeer samen een motief (het mogen er ook meerdere zijn) vast te stellen voor ieder deel. 


Vraag 5


Maak (of zoek) voor ieder deel een passende illustratie die iets toevoegt aan de titel en het motto. Let op: bij het deel Camelot geen illustratie van Camelot geven. Een dergelijk plaatje voegt namelijk niets toe aan wat de lezer al weet. Zorg dat er in de illustratie kennis is verwerkt die jullie hebben opgedaan bij het maken van bovenstaande opdracht. Ofwel: laat met passende illustraties zien dat je wat hebt opgestoken van de informatie die je bij vraag 1 tot en met 4 verwerkt hebt. De illustratie mag best nieuwsgierig maken, hoeft niet alles expliciet uit te leggen. Denk bij een illustratie aan een cartoon, tekening, sfeerbeeld, foto, collage of schilderij.


Vraag 6
 

Tot slot verwerken jullie titel, motto en illustratie tot een geheel zodat er vier nieuwe titelbladen ontstaan die ingevoegd kunnen worden in het boek.

(Literaire)theorie

'Motieven en symbolen', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, Groningen, 2009, p. 113-126