Tikkop: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Verhaallijnen

De gebeurtenissen worden in dit boek bepaald niet chronologisch verteld. Bovendien is er sprake van twee verhaallijnen, eentje in het heden en eentje in het verleden. In deze opdracht gaan jullie onderzoeken hoe deze verhaallijnen verweven zijn.

Titel Tikkop
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Verhaallijnen
Studielast 2 uur
Werkvorm tweetal
Focus verhaallijnen
Je leert het verband tussen twee verhaallijnen onderzoeken.
Gemaakt door Anna Hermans

A


Vraag 1


[samen]
Spreek af wie zich bezighoudt met de heer Mulder in het heden en wie met de heer Mulder (Marten) in het verleden.


Vraag 2


[individueel]
Een van jullie maakt een lijstje met acht gebeurtenissen die verband houden met Mulder, de ander doet dat voor Marten.


Vraag 3


[individueel]
Nummer de gebeurtenissen van 1 t/m 8. Wat het eerste gebeurt, is nummer 1 en zo verder. De gebeurtenissen rondom Mulder uit het heden geef je ook nog een H en die uit het verleden krijgen een V, dus H1, H2, enzovoort en V1, V2, enzovoort.


Vraag 4


[samen]
Zet nu de gebeurtenissen uit het heden en verleden in de volgorde waarin ze in het boek aan de orde komen.


B


Vraag 1


Hoe vaak wordt er in dit boek gesprongen in de tijd?


Vraag 2


Welke techniek gebruikt Adriaan van Dis als er sprake is van een tijdsprong: wordt er teruggedacht of teruggegaan in de tijd?


Vraag 3


Reageer samen op de onderstaande uitspraken. Geef per uitspraak aan of jullie het ermee eens of oneens zijn en waarom:
a. Het verleden verklaart het heden.
b. Het heden verklaart het verleden
c. Er is eigenlijk geen sprake van 'heden' en 'verleden'; de gebeurtenissen vormen een doorlopend geheel.
d. Heden en verleden vormen een contrast.
e. Heden en verleden verschillen niet zoveel van elkaar


 

(Literaire)theorie

'Tijd', in: Joke van  Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 110-112.