Twee koffers vol: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Motieven

Titel Twee koffers vol
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | motieven
Studielast 1 uur
Werkvorm tweetal
Focus motieven
Je leert motieven inventariseren, categoriseren en interpreteren.
Gemaakt door Erna de Jong-Vos

Vraag 1


[samen]
Maak samen een korte samenvatting op verhaalniveau. Je mag hierbij gebruik maken van internetbronnen; vergeet in dat geval niet je bronnen duidelijk te vermelden!


Vraag 2


[individueel]
Bestudeer de Literaire theorie. Vervolgens noteert een van jullie zo veel mogelijk motieven die hem/haar zijn opgevallen, terwijl de ander op internet zoekt naar motieven die andere lezers hebben gevonden. Jullie maken allebei een eigen lijstje (denk hierbij ook aan motieven op het gebied van wetenschap en geloof/filosofie).


Vraag 3


[samen]
Leg nu jullie lijstjes naast elkaar en schrap de motieven die volgens jullie NIET duidelijk herkenbaar in de roman voorkomen.


Vraag 4


[samen]
Noteer achter alle motieven die op jullie lijstje staan of er sprake is van een verhaalmotief of een leidmotief.


Vraag 5


[samen]
Lees de theorie nog eens goed door. Probeer nu een aantal abstracte motieven en een grondmotief te verwoorden. Onderbouw je antwoord.


Vraag 6


[samen]
In een interview zegt Carl Friedman: 'Als je naar Chaja kijkt zoals ze in het begin is en aan het eind, zie je dat ze een ontwikkeling heeft doorgemaakt van filosofie naar natuurkunde, van metafysica naar fysica, van hemels naar aards. 'Welke van de door jullie gevonden motieven passen bij deze ontwikkeling? 

(Literaire)theorie


Een motief is een element dat meerdere keren herhaald wordt. Daardoor vallen ze op en word je als lezer op het spoor gezet van waar het in het boek om gaat. In de literatuurwetenschap wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten motieven.

Verhaalmotieven worden ook wel aangeduid als concrete motieven. Ze bevinden zich in de verhaallaag, ze zijn zichtbaar in het verhaal.

Abstracte motieven komen niet expliciet in het verhaal voor, maar die moet je zelf afleiden en proberen te verwoorden. Vaak gaat het om vrij algemene begrippen, zoals eenzaamheid, eeuwigheid, liefde, verlies, verslaving, enzovoort.

Een grondmotief is de visie die uit een roman spreekt en die je vaak wel in één zin kunt formuleren. Vaak zijn er meerdere mogelijkheden. Daarom is het belangrijk dat je argumenten kunt aandragen voor het grondmotief dat jij hebt geformuleerd. De richtlijn voor het formuleren van het grondmotief is dat je gebruik maakt van wat je bij abstracte motieven hebt geformuleerd. Het kan helpen om een grondmotief in een 'als-dan-constructie' te formuleren.

Een leidmotief, ten slotte, is een steeds terugkerend element. Dat kan een kleur, een bepaalde zin of zinsdeel, een voorwerp, een symbool of handeling zijn. Een leidmotief kan een eigenschap van een bepaald personage benadrukken, maar ook verwijzen naar het grondmotief.Naar: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Uitgeverij kleine Uil, Groningen, 2009, blz. 113-114