Beatrijs: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Ontstaansgeschiedenis

Een verhaal in de middeleeuwen was altijd in wording. Dat is eigen aan een cultuur die haar verhalen voornamelijk mondeling doorgeeft. Iedere verteller voegt weer wat toe of laat iets weg, afhankelijk van zijn geheugen, maar ook afhankelijk van de situatie of het publiek dat hij voor zich heeft. Zo ook met het verhaal van Beatrijs. In 1223 werd de Beatrijslegende als een soort preek in het Latijn op schrift gesteld, door Caesarius van Heisterbach. In 1227 breidde hij deze zeer korte versie uit tot een langer verhaal dat werd opgenomen in de Libri octo miraculorum (acht boeken met mirakelen). Dit verhaal is eveneens geschreven in proza en het is nog geen twee pagina's lang. Het verhaal was vooral bestemd voor kloosterlingen. Deze tekst is waarschijnlijk gebruikt om het verhaal zoals we dat nu kennen op te schrijven. In deze opdracht ga je deze mogelijke brontekst vergelijken met de tekst van Beatrijs zoals die nu voor ons ligt, de tekst uit 1374.

Titel Beatrijs
Niveau boek 4
Opdracht niveau 5 | Ontstaansgeschiedenis
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel of tweetal
Focus ontstaansgeschiedenis
Je leert verschillende versies van een verhaal kritisch lezen en beoordelen.
Gemaakt door Judith de Lang
Bron depot.knaw.nl | Beatrijs (editie Theo Meder)

A

Lees bron 1, p. 29-30. Dit is een onderdeel van de inleiding van Theo Meder. Op deze bladzijden vind je de integrale tekst in vertaling van de versie van Beatrijs uit 1227. Hieronder vind je in een tabel de belangrijkste scènes terug van het verhaal van Heisterbach. Alles wat in de moderne versie is toegevoegd, blijft nu even buiten beschouwing. In de twee kolommen achter de korte omschrijving van de scène ga je kort opnemen wie er in de betreffende scène handelt/spreekt/beslist. We noemen dat de actor van de handeling. Bij bovenstaand voorbeeld komt er bij Heisterbach te staan: non verbleef/diende/kreeg kosterambt. Vervolgens zoek je de betreffende scène op in de moderne versie en geef je aan: Beatrijs verrichtte werk/was gekleed/was kosteres/nooit lui of onzorgvuldig/nooit ongeduldig/was vlug en vaardig/moest klok luiden/legde boeken klaar/stak kaarsen aan (zie tabel). Dit doe je voor alle scènes uit Heisterbachs verhaal. Wees zorgvuldig met het opzoeken van dezelfde scène in de moderne versie en ga steeds uit van de tekst zelf.

Scène Korte omschrijving Versie van Heisterbach Versie uit 1374
1 Intro Beatrijs non verbleef/diende/kreeg kosterambt Beatrijs verrichtte werk/was gekleed/was kosteres/nooit lui of onzorgvuldig/nooit ongeduldig/was vlug en vaardig/moest klok luiden/legde boeken klaar/stak kaarsen aan.
2 Beatrijs verliefd
3 Voorbereiding ontmoeting
4 Scène in kloosterkerk
5 Ontmoeting
6 Vlucht
7 Geld raakt op
8 Vertrek vriend
9 Beatrijs als prostituee
10 Beatrijs krijgt berouw
11 Beatrijs wil naar klooster
12 Terug bij klooster
13 Verificatie van haar dubbelganger
14 Reactie Beatrijs op bericht mirakel
15 Terug in het klooster
16 Woorden van Maria
17 Biecht Beatrijs
18 Leven van Beatrijs daarna

 

B

  1. Welk beeld levert deze vergelijking op? Welke overeenkomsten en verschillen zijn er op te merken in de personages in beide versies?
  2. Kun je de verschillen en toevoegingen verklaren? Oftewel: waarom heeft de schrijver van het latere verhaal ervoor gekozen het verhaal op deze manier te vertellen? Gebruik hierbij het voorwoord van Theo Meder, waarin de tekst van Caesarius van Heisterbach uit 1227 was opgenomen. Houd bij je interpretatie rekening met het beoogde publiek van de teksten en met de tijd waarin de stukken  op schrift zijn gesteld. Waar je geen verklaringen kunt vinden in de literatuur, kom je met eigen plausibele voorstellen.