Bougainville: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Impliciete verbanden

Soms lijkt het bij Springer wel of alles met alles te maken heeft. Misschien zijn jullie er ook wel een beetje duizelig van geworden. Bo ontmoet de Franse schrijver André Malraux tegen wie hij zegt: 'Ik ben een landgenoot van Eddy du Perron.' Deze laatste was een Nederlandse schrijver die over die andere Nederlandse schrijver Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker geschreven heeft; allebei hebben ze in Nederlands-Indië gewoond, net als … ben je daar nog?

Jullie gaan personages groeperen en uitleggen waarom bepaalde personages bij elkaar horen.

Titel Bougainville
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Impliciete verbanden
Studielast 2 uur
Werkvorm tweetal
Focus impliciete verbanden
Je leert hoe een auteur personages, hun eigenschappen, daden en gedachten met elkaar kan verbinden om zo impliciet betekenissen uit te drukken
Gemaakt door Gosse Koolstra

A


Vraag 1



Noteer de namen van de personages die volgens jullie bij elkaar horen in aparte cellen in kolom 1. Kies uit: Bo, Tommie, de vader van Tommie, Bettina, Madeleen, Opa De Leeuw, de vader van De Leeuw, Eduard Douwes Dekker, Henk Sneevliet, André Malraux, Eddy du Perron, Ole 'de Viking', Erik de pianospeler, Gerard de dominee, Joop van Hoorn (jullie hoeven ze niet allemaal te noemen).   


Vraag 2


Zet achter elke groep personages zoveel mogelijk eigenschappen, daden en gedachten die hen verbinden. Als je het bij nader inzien noodzakelijk is de personages te groeperen, dan doen jullie dat.


Schema

Personages die bij elkaar passen Eigenschappen, daden, gedachten die hen met elkaar verbinden

B


Probeer nu samen een antwoord te formuleren op de volgende vragen:


Vraag 1


Hoe komen communisme, idealisme als levenshouding, werken aan een betere  wereld naar voren in Bougainville?


Vraag 2


Hoe is de verhouding tussen mannen en vrouwen getekend?


Vraag 3


Hoe staan veel personages tegenover 'thuis' en 'vaderland'?


Vraag 4


Welke personages worden door de auteur sympathiek, welke onsympathiek  neergezet?


Vraag 5a


Welk oordeel, welk wereldbeeld van de auteur spreekt uit de antwoorden die je op voorgaande vragen hebt gegeven?


Vraag 5b


Welke verteltechnische middelen heeft Springer ingezet om zijn wereldbeeld vorm te geven in deze roman?